De lidstaten van de Ontwikkelingsgemeenschap voor Zuidelijk Afrika (SADC) sturen deze week hun politieke leiders naar Harare, de hoofdstad van Zimbabwe. Donderdag bespreken zij de situatie in de coalitie van het land, dat ten tijde van de dictatuur onder Mugabe afgleed tot een van de slechtst bestuurde en armste landen ter wereld.Sinds begin dit jaar werken ZANU–PF en de MDC op papier samen in de regering van Zimbabwe. In de praktijk doet ZANU–PF er alles aan om de coalitiepartner te dwarsbomen.

Zo viel de politie zaterdag een huis binnen dat eigendom is van de Beweging voor Democratische Verandering van premier Morgan Tsvangirai. De agenten zeiden dat ze op zoek waren naar wapens, maar de MDC denkt dat ze in opdracht van ZANU–PF handelden en dat het motief voor de inval politiek van aard was. Waardevol MDC–materiaal zou in beslag zijn genomen en twee mensen zouden zijn mishandeld.

Het was het zoveelste incident in een reeks. Eerder deze maand vormde de aanhouding van Roy Bennett, een blank MDC–lid die eigenlijk onderminister voor Landbouw had moeten zijn in de ’eenheidsregering’, voor Tsvangirai de aanleiding om te stoppen met zijn wekelijkse gesprek met Mugabe. Bennett wordt verdacht van betrokkenheid bij een moordcomplot in 2006, waarvan Mugabe het doelwit zou zijn geweest.

Onafhankelijke waarnemers stellen net als de MDC dat sprake is van een politiek proces, georkestreerd door duistere krachten binnen ZANU–PF. In een reactie op de arrestatie van Bennett karakteriseerde Tsvangirai Mugabe als „onbetrouwbaar en oneerlijk".

Maandag zaten Mugabe en Tsvangirai desondanks weer met elkaar om de tafel. Ze spraken drie uur met elkaar, zonder dat er volgens de MDC enige vooruitgang werd geboekt.