De cursussen worden gegeven door de vakbond MSF, waarbij ruim 1500 anglicaanse priesters zijn aangesloten. Dominee Billy Ward, hoofd van de sectie geestelijken bij de vakbond, noemde het bedroevend dat pastores bij de uitoefening van hun beroep in contact komen met mensen die naar geweld grijpen. Vaak zijn het bedelaars, maar het komt ook voor dat parochieleden beginnen te meppen, omdat de aangewezen trouwdatum de kerk niet paste.

„Het werk van een geestelijke is gevaarlijker dan dat van een gevangenisbewaarder of een arts”, aldus Ward. Pastores hebben niet geleerd hoe ze zich tegen gewelddadige lieden moeten verdedigen.

Uit een recent onderzoek van de Universiteit van Londen onder 1300 geestelijken bleek dat 12 procent van hen te maken heeft gehad met fysiek geweld, 22 procent is bedreigd met geweld en 70 procent verbaal werd bedreigd.

In 1996 werd de anglicaanse priester Christopher Gray in Liverpool doodgeslagen door een dakloze, die bij de pastorie had aangebeld. Sindsdien zijn nog vijf geestelijken vermoord.

Pastor Nerissa Jones uit Coventry werd in februari met een fles op haar hoofd geslagen. Ze hield er snijwonden en bulten aan over. „Het zou veel slechter met me zijn afgelopen als ik geen lessen in zelfverdedigiging had gehad. Ik heb geleerd nooit achteruit te stappen, omdat de aanvaller dan meer ruimte krijgt om opnieuw te slaan.”

Ook zijn vrouwelijke geestelijken aangevallen door tegenstanders van de vrouw in het ambt. Een hunner ontving een boek vol met satanische symbolen en de beschuldiging dat zij de „hoer van Babylon” was. Het boek bevatte ook bedreigingen met de dood en de aankondiging dat een onbekend iemand de Anglicaanse Kerk zou „bevrijden” van alle vrouwelijke priesters.