Critici Van Agt blind voor onrecht in Israël
Critici van oud-premier Dries van Agts pleidooi voor de Palestijnse zaak zijn willens en wetens blind voor het onrecht dat Israël de Palestijnen aandoet, vindt Hajo Meyer.
Er bestaat in Nederland nog altijd veel onwetendheid over het grote onrecht dat de Palestijnen dag aan dag wordt aangedaan. Met zijn boek ”Een schreeuw om recht. De tragedie van het Palestijnse volk” wil Dries van Agt de informatiekloof dichten en tegengas geven aan de eenzijdige berichtgeving.Van Agt zet helder en overtuigend uiteen wat iedereen allang had kunnen weten als men de moeite had genomen om een aantal verschrikkelijke feiten onder ogen te zien, zoals: het op de vlucht slaan in 1947/48 van 700.000 Palestijnen, voornamelijk veroorzaakt door acties van zionistische milities; de vernietiging van circa 500 Palestijnse dorpen; de confiscatie door de nieuwe staat Israël van achtergelaten bezit, inclusief huizen en land; de ijzeren militaire bezetting van de Gazastrook, Westbank en Oost-Jeruzalem sinds 1967, in strijd met het internationaal recht – een bezetting die Oxfordhoogleraar Avi Shlaim, voormalig Israëlisch militair, omschrijft als „de meest wrede in de moderne geschiedenis”; het inpikken en koloniseren van grote delen van de bezette gebieden met inmiddels 500.000 Joodse kolonisten; de wurggreep waarin Israël de 1,5 miljoen bewoners van Gaza houdt als collectieve straf voor het winnen door Hamas van verkiezingen die ook door de VS en EU als eerlijk en democratisch werden bestempeld.
Dat het boek sommigen onwelgevallig zou zijn, was te verwachten. Theodor Holman en Afshin Ellian bijvoorbeeld veroordeelden het boek reeds vóór het was uitgekomen. De kroon spant vooralsnog Wim Kortenoeven, thans werkzaam bij het CIDI, in Israël Aktueel, het tijdschrift van Christenen voor Israël. Typerend is dat zijn artikel de titel heeft de ”De protocollen van Van Agt”, daarmee verwijzend naar de ordinairste antisemitische vervalsing ooit.
Universalistisch
Het ergste is dat Kortenoeven het verschil tussen Jodendom en zionisme niet kent. Typerend is dat hij Israël een „Joodse staat” noemt, terwijl het een zionistische staat is. Zionisme en Jodendom staan diametraal tegenover elkaar.
Het Jodendom is humanitair en universalistisch, zoals bijvoorbeeld Leviticus 19:34 duidelijk maakt: een vreemdeling die tussen Joden woont, dient behandeld te worden als iemand die tussen hen geboren is. Of zoals Rabbi Hillel de essentie van het Jodendom ooit samenvatte in deze enkele zin: „Wat jij niet wil dat jou wordt aangedaan, doe dat ook niet een ander aan.”
Het zionisme daarentegen is nationalistisch, kolonialistisch en zelfs racistisch. Zoals uitgedragen door de staat Israël heeft het als enig doel het verkrijgen van zo veel mogelijk land in Palestina met zo weinig mogelijk Palestijnen.
De onwetendheid blijkt ook uit zijn verwijt dat Van Agt in zijn boek geen gewag maakt van het „feit” dat volgens de traditie in de islam „Joden een ondergeschikte maatschappelijke positie dienen te hebben.” Kennelijk is Kortenoeven er niet van op de hoogte dat de enige culturele bloei en maatschappelijke integratie van de Joden in Europa vóór de 19e eeuw juist onder de moslims in Spanje plaatsvond.
Net als de andere criticasters van Dries van Agt blijft Kortenoeven zijn kop in het zand steken, de feiten ten spijt. Marek Edelman, de onlangs overleden leider van de opstand in het getto van Warschau, heeft het Israëlische beleid treffend gekarakteriseerd: „Weet u, meneer, wat die bandieten daar uitspoken met de Palestijnen?”
De auteur is bestuurslid van Een Ander Joods Geluid.