„Definitie gezin veel te mager”
„Waarom worden huwelijk en gezin zó naar beneden gehaald en doen christenen altijd concessies op dit punt?” vraagt prof. jhr. dr. F. A. M. Alting von Geusau zich af.
Op een studiemiddag in Vogelenzang haalde de emeritus hoogleraar internationaal recht vrijdag uit naar minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin (ChristenUnie). De bijeenkomst was georganiseerd door het Centrum voor de Sociale Leer van de Kerk (CSLK) van het bisdom Haarlem.Prof. Alting von Geusau wierp de vraag op waarom in de vorig jaar gepubliceerde kabinetsnota ”De kracht van het gezin” zo’n magere definitie van het gezin is opgenomen. In de nota wordt een gezin gedefinieerd als „elk leefverband van één of meer volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen.”
Volgens de hoogleraar haalt deze definitie het gezin helemaal onderuit. „Het kernprobleem van de nota is het geleidelijk ontdoen van het huwelijk als kerngemeenschap in de samenleving”, zei hij. Prof. Alting von Geusau vroeg zich af waarom minister Rouvoet, zelf christen, niet zijn eigen definitie van gezin hanteert. „De concessies van de minister dragen bij aan de verwarring die bestaat over het gezin. Waarom worden huwelijk en gezin zó naar beneden gehaald en doen christenen altijd concessies op dit punt?”
De hoogleraar stelde voor dat er vanuit het CSLK op de nota wordt gereageerd. Daarnaast ziet hij een taak voor de Rooms-Katholieke Kerk om meer werk te maken van de voorbereiding op het huwelijk.
Drs. C. W. M. Tax, bestuurslid van het CSLK, vindt dat minister Rouvoet zich in zijn nota te veel richt op probleemhuishoudens. Ze vroeg zich af waarom de minister niet met positieve voorstellen voor het gezin komt. Als voorbeeld noemde ze een billboard dat reclame maakt voor scheiden. „Waarom zet de minister daar geen positieve reclame over de kracht van het gezin tegenover?”
Het elektronisch kinddossier (EKD), bedoeld om gegevens van alle kinderen op te slaan, ziet Tax als een gevaar. „De staat mag uitwassen aanpakken, maar verder heeft zij niets te maken met de vraag wat een goed gezin is. Wie garandeert mij dat ik in de toekomst geen problemen krijg als ik vanuit mijn overtuiging handreikingen geef aan mijn kind?”
Prof. dr. R. A. C. Hoksbergen, emeritus hoogleraar adoptie in Utrecht, vindt dat gevaar niet denkbeeldig. Hij wees op de gegevens van Joden die voor de oorlog niet vernietigd waren en waarvan de Duitsers dankbaar profiteerden. De hoogleraar stelde voor alleen van probleemgevallen dossiers aan te leggen.