Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (UvA), waarover GPD-kranten vrijdag berichten.Communicatiewetenschapper drs. Jeroen Lemmens, die komend jaar promoveert op het onderwerp gameverslaving, noemt de resultaten van het onderzoek „zorgwekkend.” De groep verslaafden is „eenzamer, minder sociaal vaardig en heeft doorgaans een slaaptekort of problemen op school.”

Lemmens ondervroeg ruim 1000 kinderen van 12 tot 17 jaar over hun gamegedrag, op internet en op de spelcomputer. Om te bepalen in welke mate iemand verslaafd is, hanteerde hij een meetmethode die is gebaseerd op criteria voor gokverslaving. Zo werd bijvoorbeeld onderzocht in hoeverre het spelen het belangrijkste is in iemands leven, of de gamer gefrustreerd is en ruzie maakt met zijn omgeving.

Naast de 20.000 verslaafden zijn er nog eens 100.000 jongeren in Nederland die hun spelgedrag niet onder controle hebben.

Volgens de GPD-publicatie klopten de afgelopen jaren een paar honderd spelers van videospelletjes en hun ouders aan bij de hulpverlening. Van een explosie van hulpaanvragen van gamers in problemen zou geen sprake zijn. Verwacht wordt wel dat het aantal verslaafden in de toekomst zal stijgen.

Onderzoeker Lemmens en zijn begeleider prof. dr. Patti Valkenburg waren vanmorgen niet bereikbaar voor commentaar.