„Huisarts moet meer initiatief tonen”
GRONINGEN (ANP) – De huisarts moet zelf meer initiatief tonen als hij patiënten met psychotische stoornissen in zijn bestand heeft. „De huisarts moet niet wachten tot de patiënt of zijn familie om hulp komt vragen, maar moet de patiënt regelmatig zelf zien".
Dat stelt Marian Oud in haar proefschrift ’Zorg van de huisarts voor mensen met ernstige psychische stoornissen’ waarmee ze 28 oktober promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. Uit het onderzoek komt naar voren dat huisartsen het opsporen en behandelen van lichamelijke aandoeningen bij psychosepatiënten wel tot hun verantwoordelijkheid rekenen, maar dat ze daarin vooralsnog geen uniform beleid voeren.„Patiënten met psychotische stoornissen hebben een grotere kans op bijkomende lichamelijke aandoeningen als overgewicht, suikerziekte, hart– en vaatziekten en longziekten. Zij hebben een kortere levensverwachting. Door hun sociale en cognitieve beperkingen en omdat deze patiënten niet altijd een duidelijke hulpvraag hebben, is het voor huisartsen moeilijker in te schatten welke geneeskundige zorg er nodig is", vindt de promovendus.
Oud beweert dat hierdoor aandoeningen bij deze patiënten vaak pas later worden vastgesteld en behandeld. Daarom bepleit Oud, die geneeskunde studeerde en sinds 1988 werkt als huisarts in Groningen, een richtlijn voor de huisartszorg aan patiënten met psychotische stoornissen.„Er is een brede benadering nodig. Samen met de patiënt moet de huisarts een juiste balans vinden tussen toekijken en bemoeien".