Scheringa kruipt in slachtofferrol
Nu DSB failliet is, roept de schuldvraag steeds luider om een antwoord. Als een stel kwajongens beschuldigen de hoofdrolspelers elkaar. Scheringa wijst vooral naar Bos. De minister op zijn beurt kaatst de bal weer terug. Vier onderzoeken mogen licht op de zaak werpen.
„Het is gewoon krankzinnig. We zijn helemaal niet failliet, we zijn kapotgemaakt. Dat is heel wrang, heel zuur.” Fel trok Dirk Scheringa maandag van leer tijdens een persconferentie waarin hij reageerde op het faillissement van zijn bank. Saillant detail: achter de topman prijkte nog de reclameleus van DSB: ”Goed voor je geld”. Volgens Scheringa is zijn levenswerk kapotgemaakt door Financiën en De Nederlandsche Bank.De failliete DSB Bank is slechts een onderdeel van het totale Scheringa-imperium. De bank is wel de belangrijkste schakel, de winst diende voor de bekostiging van andere onderdelen. De toekomst daarvan is nu ongewis. Scheringa maakte gisteravond bekend ook faillissement aan te vragen voor het moederbedrijf DSB Beheer.
Het bankroet heeft ook gevolgen voor Dirk Scheringa zelf. De miljonair heeft naar eigen zeggen 250 miljoen euro verloren. Met gevoel voor dramatiek liet hij optekenen: „Ik ben alles kwijt. Ik heb alleen mijn huis nog.” Zelf ziet hij nog wel een lichtpuntje: „Ik ben gezond en heb twee handen.”
Scheringa manoeuvreert zich op deze wijze behendig in de slachtofferrol en bespeelt daarmee de publieke opinie. Die kantelt toch al ten gunste van hem, nu zijn personeel massaal achter hem gaat staan en steeds meer verhalen de ronde doen over onfrisse praktijken van zowel het ministerie van Financiën als De Nederlandsche Bank (DNB). De geluiden over torenhoge provisies en agressieve verkooppraktijken verdwijnen naar de achtergrond.
De gewezen DSB-topman heeft een belangrijk voordeel in het moddergevecht. Nu er niets meer te redden valt, kan hij ongestraft om zich heen slaan. Voor zowel minster Bos als DNB-president Wellink ligt dat moeilijker. Zij willen en kunnen sommige zaken niet openbaar maken.
Later op de dag kaatste minister Bos tijdens een persconferentie de bal wel terug. „DSB is niet failliet gegaan omdat niemand de bank wilde redden. De bank is failliet gegaan omdat hij in grote problemen zat. En de bank is door eigen handelen in problemen gekomen.” Hij vergeleek DSB met een zwemmer in nood. „Als iemand verdrinkt is dat niet omdat hij niet gered wordt, maar omdat hij niet kan zwemmen.”
Bos noemde de beschuldigingen van Scheringa aan zijn adres „niet correct. Maar ik weet niet of ik me ook altijd even correct zou gedragen of uiten, als ik 35 jaar aan een bedrijf heb opgebouwd dat in scherven zou liggen.” Overheidssteun was simpelweg geen optie in de ogen van Bos. „Iedere euro zou in een diep zwart gat verdwijnen. Dat zou ik onverantwoordelijk vinden.”
Maandag was de dag dat hoofdrolspelers hun straatje probeerden schoon te vegen. Tegelijkertijd doet het optreden vermoeden dat DSB synoniem is voor een stinkende beerput. Maar liefst vier onderzoeken mogen hierin gaan roeren. De uitkomst zal meer licht werpen op de vraag wie maandag mooi weer speelde.
Twee mannen deden maandag niet mee aan de verdachtmakingen: de curators Rutger Jan Schimmelpenninck en Joost Kuiper. Zij wensen evenmin mee te doen aan de mediasoap en zullen daarom niet vaak optreden voor radio en tv. „Want wij moeten nu écht aan het werk.” Anders gezegd: het bij elkaar vegen van de scherven kan beginnen.