Dat maakte het Erasmus MC in Rotterdam woensdag bekend.Het academisch ziekenhuis verrichtte een onderzoek in opdracht van minister Klink van Volksgezondheid. Die wilde graag weten waarom de overgrote meerderheid van de moeders binnen zes maanden na de bevalling stopt met borstvoeding. Zes maanden is de periode die deskundigen aanraden omdat het de gezondheid van het kind ten goede komt.

Ruim 80 procent van de moeders geeft direct na de geboorte van het kind borstvoeding. Na een half jaar legt nog maar een kwart van de moeders het kind aan de borst. De Wereldgezondheidsorganisatie en het Nederlandse RIVM willen graag dat borstvoeding gedurende een half jaar wordt volgehouden.

Kinderen die moedermelk hebben genuttigd hebben minder last van infecties en kampen later minder vaak met overgewicht en hoge bloeddruk.

Volgens het Erasmus MC hebben de meeste vrouwen meerdere redenen om te stoppen met borstvoeding. Ze zwichten onder de maatschappelijke druk om snel na de bevalling andere rollen te vervullen dan die van moeder alleen. „Na drie maanden is bijvoorbeeld voor velen het zwangerschapsverlof voorbij en zijn ze ook weer werknemer”, aldus de onderzoekers.

Een goed afgesloten ruimte op het werk is er niet altijd. Een hoge werkdruk en vergaderingen staan het kolven ook in de weg.

Het Rotterdamse MC constateert dat stoppen met borstvoeding ook een luxe aspect heeft. „Moeders willen snel na de bevalling hun vrijheid terug en activiteiten ondernemen zoals winkelen, op pad gaan met vriendinnen of aandacht besteden aan de oudere kinderen zonder dat ze continu rekening moeten houden met de drinkmomenten van hun baby”.

Verder zeggen vrouwen te stoppen met de borst omdat ze onzeker zijn of het kind wel voldoende voeding binnenkrijgt. Met flesvoeding kunnen ze de hoeveelheid die het kind drinkt aflezen. De baby drinkt het flesje sneller leeg en groeit sneller. Deskundigen zeggen dat dat juist een negatief effect heeft op de latere gezondheid van het kroost.