Hoge staat
„Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven.”Johannes 14:6
Het is een moeilijk te beantwoorden vraag, wat toch de allerbeste staat is waar een mens zijn leven het gelukkigst kan door brengen. Vooral valt het oog op de groten van deze wereld. Zij zouden het hoogste goed weten te vinden.Wij willen niet tegenspreken dat een regeringsstaat niet gelukkig kan wezen. Het kan een kroon op het hoofd zijn, als er een reine ijver voor Gods eer in woont en als het purper hun hart bedekt. Dat is zo, als zij tempelen van de Heilige Geest zijn. Dat is zo, als ze het met God houden, gelijk David, als ze zorg dragen voor Gods kerk, gelijk Salomo. Dat is zo, als ze met zuivere en oprechte harten voor God wandelen, gelijk de koning Hizkia en als zij bevelen dat ze in de wegen van de Heere zullen wandelen, gelijk Abraham. Als ze zeggen met Jozua: „Maar aangaande mij en mijn huis, wij zullen den Heere dienen.”
Op deze wijze kan het leven voor hen die hooggeplaatst zijn gelukzalig zijn. Christus’ gunst en de gunst van de keizer kunnen goed samengaan zolang de regenten navolgers van Christus blijven. Als zij voor de kerk van God het welzijn behartigen, wanneer ze voor het volk van God spreken als Daniël aan het hof te Babel. Maar daar deze staat niet geheiligd is, is hij ook aan veel verdriet onderworpen.
Coenraad Mel, predikant te Hersfeld
(”Bazuinen der eeuwigheid”, 1731)