Spelregels rond de prijs
De Nobelprijs voor de vrede is een van de belangrijkste onderscheidingen in de wereld en over de toekenning, die in het diepste geheim gebeurt, bestaan de nodige misvattingen. De secretaris van het Nobelcomité, Geir Lundestad, heeft de bekendste spelregels op een rijtje gezet.
Het comité maakt nooit namen van kandidaten bekend en zijn notulen blijven vijftig jaar verzegeld. Een campagne voor een kandidaat kan averechts werken op het comité, dat prat gaat op zijn onafhankelijkheid.Kandidaten kunnen tot acht maanden voor de bekendmaking van de winnaar worden genomineerd. Aan de uiterste datum van 1 februari wordt streng de hand gehouden.
Niet iedereen kan een persoon of groep voor de vredesprijs voordragen, al werden de statuten in 2003 op dit punt enigszins verruimd. Nu mogen kandidaten worden voorgedragen door voormalige prijswinnaars; huidige en voormalige comitéleden en hun medewerkers; leden van regeringen en parlementen; hoogleraren rechten, theologie, sociale wetenschappen, geschiedenis en filosofie; leiders van instituten voor vredesonderzoek en buitenlandse zaken; leden van internationale gerechtshoven.
Er bestaan geen bepalingen voor het afnemen van de prijs. Verder werd de prijs slechts eenmaal postuum toegekend: in 1961 aan VN-secretaris-generaal Dag Hammerskjöld, nadat die in Afrika met zijn vliegtuig was neergestort.