Muziekvereniging dupe van aanpak fiscaal misbruik
Het aantal fiscaal erkende goede doelen wordt volgend jaar ingeperkt. Volgens Wilbert van Vliet worden onder meer muziekverenigingen hier ten onrechte de dupe van.
Giften aan fiscaal erkende goede doelen (de zogenoemde algemeen nut beogende instellingen ofwel anbi’s) zijn voor particulieren en bedrijven aftrekbaar binnen de wettelijke minimum- en maximumbedragen. Tot op heden behoeven goede doelen slechts voor 50 procent algemeen nuttig te zijn. Vanaf 2010 moeten alle anbi’s echter voor meer dan 90 procent algemeen nuttig zijn. De aanscherping is met name ingegeven door de wens om eventueel onbedoeld gebruik van de regeling door sommige familiestichtingen (die grotendeels het goede doel steunen maar ook de eigen familie) te bestrijden.Volgens de staatssecretaris van Financiën zullen veel zangkoren en muziekverenigingen door de maatregel hun anbi-status verliezen. Hij stelt dat muziekverenigingen in de regel niet voor 90 procent het algemeen nut dienen, omdat daar het individuele plezier van de leden vooropstaat.
Doordat de verenigingen de anbi-status verliezen, hebben de donateurs van deze verenigingen vanaf 2010 veelal geen recht meer op giftenaftrek. Dat is nadelig voor de fondswerving. Alleen muziekverenigingen die optreden ten behoeve van andere maatschappelijke organisaties kunnen volgens de staatssecretaris nog als anbi worden aangemerkt.
Het is wel opvallend dat veel muziekverenigingen van de anbi-status worden uitgesloten doordat de staatssecretaris weinig voorkomend misbruik door heel andere stichtingen wil bestrijden. Bijkomend (maar twijfelachtig) ‘voordeel’ van de nieuwe regeling is dat muziekverenigingen en sportverenigingen fiscaal gezien onder dezelfde relatief slechte behandeling van giften gaan lijden.
Overigens heeft uiteindelijk de rechter het laatste woord. Die zal moeten beslissen of een muziekvereniging voor 90 procent het algemeen belang dient. Het feit dat veel muziekverenigingen nagenoeg alleen repeteren voor uitvoeringen zou een positieve doorslag kunnen geven.
Andere anbi’s waarvan de fiscale status onder druk kan komen te staan, zijn instellingen met commerciële activiteiten. De goede doelen die commerciële activiteiten gebruiken voor fondswerving (bijv. ansichtkaarten voor het goede doel) blijven volgens de staatssecretaris recht houden op de anbi-status. Dat kon ook niet anders.
Een ander voorbeeld is echter een stichting seniorenbus, die met vrijwilligers tegen gereduceerd tarief ouderen uit hun isolement probeerde te halen. Die kreeg de anbi-status niet van de Belastingdienst. De rechtbank gaf de fiscus (voorlopig) ongelijk.
Algemeen nut
Maar waarom is deze anbi-status niet direct verleend? De staatssecretaris heeft immers terecht bevestigd dat microfinancieringsinstellingen met een filantropisch oogmerk de anbi-status kunnen krijgen. Kan die redenering dan niet gelden voor de stichting seniorenbus? Kunnen door de aanscherping meer instellingen anbi-discussies verwachten?
De staatssecretaris wil door de nieuwe regels ook 21 miljoen euro extra schenk- en erfbelasting gaan heffen van ex-anbi’s. Dit zijn niet de muziekverenigingen, want die blijven daarvan vrijgesteld. Komt deze opbrengst alleen van de beperkte groep stichtingen die de anbi-regeling onbedoeld gebruiken of toont dit aan dat nog meer instellingen discussies kunnen verwachten?
De huidige anbi-regeling is voor veel instellingen naar mijn mening relatief duidelijk en het misbruik is –mede door de al geldende regels– gering. Door de wijzigingen neemt de onduidelijkheid toe en kan de fondswerving voor een aantal categorieën instellingen lastiger worden, terwijl bij hen geen sprake was van misbruik. Een meer fundamentele invulling van het begrip ”algemeen nut” is daarom gewenst.
De auteur is werkzaam bij PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs NV.