Het meest gesegregeerde tijdstip
Het christelijk geloof zou moeten bijdragen aan verzoening en integratie in plurale samenlevingen, maar de praktijk op zondagmorgen suggereert het tegendeel, betoogt prof. dr. Eddy Van der Borght. De christelijke theologie kan kennelijk moeilijk overweg met factoren zoals ras en etniciteit.
Onlangs verbleef ik een halfjaar in Princeton in de Verenigde Staten. Meer dan een groot dorp is de plek niet, maar er waren wel twee gemeenten van de Presbyteriaanse Kerk, een met vooral blanke Amerikanen, en een die grotendeels zwarte Amerikanen telde. Gelukkig hebben beide gemeenten binnen hetzelfde kerkverband een goede relatie. Maar het blijft merkwaardig.Bijna 150 jaar na de officiële afschaffing van de slavernij en meer dan 40 jaar na de strijd om de burgerrechten blijkt juist ras nog steeds een belangrijke factor te zijn in de VS die bepaalt in welke kerk men terechtkomt. En dat in een staat als New Jersey, ten noorden van de Mason-Dixielijn die bepaalde welke staten in de 19e eeuw voor of tegen slavernij waren, een staat ook aan de ‘verlichte’ oostkust van de VS.
Barack Obama refereerde vorig jaar aan het gegeven in de belangrijkste toespraak uit zijn verkiezingscampagne, toen hij moest uitleggen waarom de predikant van zijn ‘zwarte’ gemeente in Chicago zo kritisch was op de VS. Hij noemde het een oude waarheid als een koe: zondagochtend is het meest gesegregeerde tijdstip van de week.
Nationaal
Zeer recent was ik op een zondagmorgen te gast in de gemeente in Paarl in Zuid-Afrika waar de bekende antiapartheidactivist Allan Boesak zijn werk als predikant begon. Ik was de enige niet-kleurling. De apartheid is ondertussen vijftien jaar geleden afgeschaft, maar ook in Zuid-Afrika is de gemeenplaats springlevend: zondagmorgen is het meest gesegregeerde tijdstip van de week.
Vele Afrikaanse kerken zijn gestructureerd volgens tribale patronen. In Europa zijn de natiestaten bepalend voor de grenzen van de kerken. Dat is voor de Protestantse Kerk in Nederland niet anders.
Wie een beetje vertrouwd is met de kerken in Centraal- en Oost-Europa weet hoeveel kerken niet alleen sterk confessioneel, maar ook nationaal gestempeld zijn. Zo zien bijna alle Oosters-orthodoxe kerken zich als behoeders van de nationale identiteit van hun land. In Transsylvanië treden de Rooms-Katholieke Kerk en de Gereformeerde Kerk op als beschermers van de Hongaarse identiteit van hun leden.
Een laatste voorbeeld dicht bij huis. Overal in Europa ontstaan nieuwe migrantengemeenten. De overgrote meerderheid van de presbyterianen uit Ghana in Amsterdam vindt niet de weg naar een Nederlandse kerk uit de gereformeerde traditie, maar begint liever een eigen Ghanese kerk. Ook hier wordt opnieuw bevestigd dat zondagmorgen het meest gesegregeerde tijdstip van de week is.
We hebben niet te maken met een specifiek christelijk verschijnsel. Binnen de islam zien we iets vergelijkbaars. Een Marokkaanse moslim bezoekt een Marokkaanse moskee en een Turkse moslim een Turkse. Omdat zowel het christendom als de islam een monotheïstische godsdienst is, valt het fenomeen des te meer op. Zelfs het geloof in één God kan de opdeling van geloofsgemeenschappen volgens raciale, etnische, tribale of nationale scheidslijnen niet verhinderen. Voor christenen wringt het gegeven extra omdat het haaks staat op de belijdenis dat de kerk één is.
Urgent
Het fenomeen is maatschappelijk urgent. Religies –niet het minst het christendom– pretenderen bij te dragen aan de integratie en verzoening in plurale samenlevingen, terwijl de liturgische segregatie op zondagochtend eerder het tegendeel suggereert.
De christelijke theologie heeft er kennelijk moeite mee om nationale, etnische, raciale en gelijkaardige sociale identiteiten een plek te geven in de leer van de kerk. Zo is de oecumenische beweging in de twintigste eeuw bijna altijd om het probleem heen gegaan. Het zoeken naar de eenheid van de kerk werd beperkt tot confessionele verschillen, terwijl de net genoemde verschillen minstens even bepalend zijn.
Tegen de achtergrond van dit wereldwijde probleem bieden de Zuid-Afrikaanse geloofsgemeenschappen een interessant veld voor nader onderzoek. De Waarheids- en Verzoeningscommissie beschreef in haar rapport de grote invloed van apartheid op religies. Niet alleen werd het toenmalig regeringsbeleid gesteund, het racisme was ook in hoge mate geïnternaliseerd in de kerkelijke praktijk.
Over het algemeen leeft nu het bewustzijn dat de voor en tijdens de apartheid ontwikkelde praktijken en theologische rechtvaardigingen fout waren. Zullen de kerken in de regenboognatie met een lange ervaring in multicultureel samenleven in staat zijn modellen, praktijken en theologische verantwoordingen aan te leveren die elders op de wereld inspirerend kunnen werken en toepasbaar zijn?
De auteur is Desmond Tutu-hoogleraar aan de faculteit godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit. Vanmiddag hield hij zijn oratie ”Sunday Morning the most Segregated Hour”.