„In een land hier ver vandaan, waar alleen kastelen staan, rijdt een ridder op zijn paard. Dapper zwaait hij met zijn zwaard. „Appelbol en puddingbrood! Aan de kant. Ik zit in nood!” Alle mensen blijven staan. Ridder Roemsoes komt eraan!” Zo wordt het kogelronde hoofdpersonage geïntroduceerd in ”Ridder Roemsoes komt eraan!”, geschreven door Vrouwke Klapwijk. De ridder heeft een probleem: zijn bruid, Jonkvrouw Roosmarijn, is geschaakt door Ridder Zwartbol. Roemsoes wil haar natuurlijk terughalen, maar eerst moet er flink gegeten worden.Er wordt een keur aan gebak gebracht en Ridder Roemsoes laat het zich goed smaken. Dan gaat hij op pad. Door donkere bossen rijdt hij naar het kasteel van Ridder Zwartbol. Zelfs de slotgracht is voor hem geen belemmering. Roosmarijn ziet hem al aankomen. Ze is superblij dat hij er is, maar… waarom is zijn buik zo bol? Ze hebben geen tijd om het er verder over te hebben, want inmiddels heeft Zwartbol ontdekt dat zijn rivaal is gearriveerd. Ze ontsnappen op het nippertje. Roemsoes verlangt alweer naar een appelflap na al die spanning. „Maar wat zegt zijn Roosmarijn? ”Doe jij eerst maar aan de lijn! Ik wil graag een slanke man, waar ik straks mee trouwen kan.”

”Ridder Roemsoes komt eraan!” is een grappig prentenboekje. De illustraties van Juliette de Wit zijn kleurrijk en humoristisch.

Sinterklaas

Evelien van Dort schreef ”Roet in het eten”, een vrolijk voorleesboek over Lisa en Dirk. Het is november. Sinterklaas komt aan. Lisa en Dirk gaan kijken als de grote boot de haven binnenkomt. De pieten zingen heel hard en doen allerlei kunstjes. Maar één piet doet raar. Hij heeft geen pet. En hij heeft ook geen pietennaam. Zou het wel een echte piet zijn? Lisa en Dirk besluiten sinterklaas dit jaar niet om een cadeau te vragen. Ze hebben nu een andere wens: dat de piet zonder naam, een echte piet mag worden. Eindelijk is het 5 december. Onder het eten hoort Lisa geluiden buiten. Daar staat sinterklaas, met Americo, zijn paard. Hij neemt Lisa en Dirk mee het dak op en daar komt net de piet zonder naam uit de schoorsteen gekropen. Sinterklaas is wel een beetje boos, maar als de piet veel oefent, mag hij volgend jaar ook een echte piet zijn. Met een pietenmuts.

”Roet in het eten” is een gezellig decemberboek over Sinterklaas, al zijn pieten en… pepernoten! De mooie illustraties van Hester van de Grift maken er, in combinatie met het vlotte taalgebruik van Van Dort, een gezellig voorleesboek van.

Schaatsen

Citroentje heet eigenlijk Anne. Ze is acht, en dol op citroenen… en schaatsen. Ze wil dolgraag echte zwarte noren voor haar verjaardag, maar papa vindt het geen goed idee. Hij is vroeger eens heel hard gevallen tijdens het schaatsen. Van tante Annette krijgt Citroentje rolschaatsen. Hele ouderwetse, maar ze doen het nog prima, en Citroentje gaat vaak oefenen bij de skatebaan. De andere kinderen bij de skatebaan lachen om de rolschaatsen van Citroentje. Eerst vindt ze dat heel moeilijk, maar als ze op een dag met ze meelacht, worden ze dikke vrienden. Dan horen Citroentje en haar vrienden dat er een wedstrijd zal worden gehouden. Een skatewedstrijd. De winnaar krijgt schaatsen en een jaarabonnement voor de nieuwe schaatsbaan. Citroentje oefent en oefent, en dan is het eindelijk zover, de grote dag van de wedstrijd breekt aan.

Maria Honkoop schreef ”Kom op, Citroentje!”. Een grappig boek om zelf te lezen vanaf een jaar of 8. Voor ouders of voorlezers komt de hoofdpersoon niet helemaal tot zijn recht. Zo kan ze soms heel kinderlijk zijn, maar andere keren weer ontzettend ad rem. Als Citroentjes vader haar mevrouw Treuzel noemt, antwoordt Citroentje: „Mevrouw Treuzel is de dochter van meneer Treuzel.” Maar kinderen zullen genieten van de spanning van de wedstrijd, en het onvermijdelijke happy end.

Weetjes

”Weet wat je eet” is een informatief boek over eten en alles eromheen voor kinderen. Er wordt verteld over eten van de boer, gezond voedsel, ingrediënten van voedsel, duurzaam eten, biotechnologie en allerlei verwante onderwerpen. Piet Duizer, de auteur van ”Weet wat je eet”, benadrukt het belang van biologisch eten en een eerlijke verdeling van het voedsel. „De meeste wetenschappers zijn het erover eens dat de aarde genoeg voedsel kan leveren voor alle mensen. Als we maar eerlijk met elkaar delen. Dat er zo veel mensen honger hebben is eigenlijk niet nodig.”

In het boek staan korte alinea’s met allerlei informatie, verluchtigd met grappige, stripachtige illustraties van Annette Fienieg. De kaders met een glimlachend boterhammetje behelzen interessante weetjes. „Als we in Nederland en België vanaf nu één dag per week geen vlees meer eten, is dat voor het milieu hetzelfde als 1,5 miljoen minder auto’s op aarde.” Sommige informatie lijkt niet te rijmen met de Bijbel, zoals het ontstaan van het gemengd boerenbedrijf. Andere informatie zal niet iedereen even aantrekkelijk vinden, zoals het recept voor meelwormbitterballen, voorafgegaan door een handleiding hoe zelf meelwormen te kweken. Maar verder is ”Weet wat je eet” een handvat waarmee ouders en opvoeders de bewustwording van het voedselprobleem bij kinderen kunnen stimuleren, en ze pikken er ongetwijfeld zelf ook een graantje van mee.

N.a.v. ”Ridder Roemsoes komt eraan!”, door Vrouwke Klapwijk en Juliette de Wit, uitg. Columbus, Heerenveen, 2009; ISBN 978 9085 431 282; 32 blz.; € 8,95;

”Roet in het eten”, door Evelien van Dort; uitg. Callenbach, Kampen 2009; ISBN 978 9026 615 467; 48 blz.; € 12,50;

”Kom op, Citroentje!”, door Maria Honkoop; uitg. De Banier, Utrecht 2008; ISBN 978 9033 629 372; 108 blz.; € 7,90;

”Weet wat je eet!”, door Piet Duizer en Annette Fienieg; uitg. Cyclone, Enkhuizen 2009; ISBN 978 9058 780 539; 40 blz.; € 13,50.