„Koenders uiterst kritisch op religieforum”
Zes decennia biedt Nederland nu ontwikkelingshulp. Al die tijd is religie in het ontwikkelingsbeleid onderbelicht gebleven. Even laaide de belangstelling ervoor hoog op, maar sinds het aantreden van de laatste minister doofde die al snel weer. „Koenders was er knalhard tegen.”
Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Van Ardenne (CDA) lanceert in 2005 het Kennisforum Religie en Ontwikkelingsbeleid om „een nieuwe impuls te geven aan de dialoog met ontwikkelingslanden over de rol van religie in het onderwijs en de gezondheidszorg en bij het bevorderen van vrede.”Ambtenaren en vertegenwoordigers van –vooral christelijke– ontwikkelingsorganisaties (ngo’s) nemen eraan deel.
Het forum gaat voortvarend van start. „We hadden het tij mee”, aldus ex-ambtelijk secretaris Dennis de Jong. „Van Ardenne was heel bevlogen en zeer betrokken bij religie.” De uitgesproken rooms-katholieke minister „vroeg er steeds naar.”
Hij tuigt een werkgroepenstructuur op en laat Clingendael onderzoek doen naar de rol van religie bij conflicten en naar de situatie in Sudan en Congo.
Het resulteert in een map met informatie over religie en onderwijs, aids en conflicten.
Effect op het ontwikkelingsbeleid heeft het forum nauwelijks tot niet gehad, blijkt uit gesprekken met betrokkenen.
Geldstromen veranderden niet, een andere aanpak kwam er ook niet. De map werd ter beschikking gesteld aan alle ambassades, maar onbekend is of die er ooit iets mee hebben gedaan.
Het ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking kreeg dankzij het forum wel meer oog voor en affiniteit met religie en gaat er steeds zakelijker mee om.
In 2007 treedt een nieuwe minister aan, de PvdA’er Koenders. Anders dan zijn CDA-voorganger wil hij religie niet inzetten als beleidsinstrument.
„Koenders was vanaf het begin uiterst kritisch op het forum”, aldus een anonieme ex-betrokkene. „Hij was er knalhard tegen. Het was voor ons toen een kwestie van overleven, van redden wat er nog te redden viel. De oplossing was: minder institutioneel worden en ons gaan richten op thema’s die Koenders belangrijk vindt.”
De Jong heeft een andere lezing: „Koenders vond het prima als wij ons werk bleven doen.”
Bovendien, stelt hij, drongen juist de ontwikkelingsclubs aan op ombouw van het forum. „Zij hadden niet genoeg mensen om de werkgroepen te bemannen.”
David Renkema van Stichting Oikos, ngo-secretaris van het forum, bevestigt dat. „En Koenders wist niet goed wat hij met het forum aan moest. De ngo’s en het departement hebben toen de koppen bij elkaar gestoken. Besloten is de werkgroepenstructuur af te schaffen en het forum om te zetten in een beleidsdialoog, een gespreksplatform tussen ministerie en ontwikkelingsorganisaties.”
De ngo-leden van het kennisforum organiseerden in 2008 een tweetal conferenties over religie en fragiele staten en bespraken de resultaten met Koenders.
De minister is nu tevreden met het forum, zegt Renkema. „Hij hoeft zich niet zwaar te committeren aan het thema religie, de beleidsdialoog heeft hem echt wat te bieden en hij hoefde het forum niet op te heffen. Dat zou alleen maar politieke beroering geven.”