Koninklijk Huis

Willem de Rijke, de vergeten voorvader van koningin Beatrix

De naam van Juliana van Stolberg staat op schoolgebouwen en straatnaambordjes. Als moeder van Willem van Oranje neemt zij een grote plaats in de geschiedenis in. Haar man, Willem de Rijke, is veel minder bekend. Dinsdag is het 450 jaar geleden dat deze wat vergeten voorvader van koningin Beatrix op 72-jarige leeftijd in Dillenburg stierf.

W. G. Hulsman
2 October 2009 09:24Gewijzigd op 14 November 2020 08:48
WILLEM DE RIJKE ...als David en Josias... Foto RD
WILLEM DE RIJKE ...als David en Josias... Foto RD

Juliana van Stolberg (1506-1580) verwierf bekendheid door de vele brieven van haar hand die bewaard zijn gebleven. Hartelijke brieven waarin zij haar zoons advies geeft en op de Bijbelse boodschap wijst.Van haar man zijn niet zulke brieven bekend. Hij was vooral strateeg en bestuurder van zijn graafschap.

Willem wordt op 10 april 1487 geboren als jongste zoon van Jan V graaf van Nassau-Vianden en Dietz (1455-1516) en Elisabeth landgravin van Hessen (1466-1523). Hij groeit op in het Duitse Siegen. Als jongen brengt hij enige tijd door aan de Heidelbergse hofschool. Hij leert omgaan met paarden en wapens en wordt voorbereid op zijn toekomstige positie als graaf.

In 1506 trouwt hij met Walburga van Egmond (1489-1529), dochter van de graaf van Egmond. Walburga en Willem krijgen twee dochters.

In 1516 erft Willem de Duitse bezittingen van zijn overleden vader. Hij groeit uit tot een goed en geliefd bestuurder. Dat blijkt als Duitsland in 1524 en 1525 wordt geteisterd door protesten van opstandige boeren. In het graafschap Nassau blijft het rustig.

Veel energie en tijd stopt Willem in een rechtszaak over de vraag of het rijke graafschap Katzenelnbogen –zo kwam hij waarschijnlijk aan zijn bijnaam ”de Rijke”– aan de Nassaus toebehoort of niet. De kwestie sleept zich tientallen jaren voort en kost Willem veel geld, maar de moeite wordt uiteindelijk beloond.

Willem moet flink manoeuvreren in deze jaren. Vanwege de rechtszaak dient hij de rooms-katholieke Karel de V te vriend te houden. Tegelijkertijd bevordert hij –mede onder invloed van zijn tweede vrouw Juliana van Stolberg, met wie hij in 1531 is getrouwd na het overlijden van Walburga– in zijn graafschap de Reformatie.

Juliana is een overtuigd aanhanger van de Reformatie en voedt haar kinderen –uit haar huwelijk met Willem komen er twaalf voort– in die lijn op.

Lutheraan

Bij Willem de Rijke is het veel minder duidelijk waar zijn godsdienstige hart ligt. Er is ook niet veel onderzoek naar gedaan. De historicus dr. T. S. Jansma is een van de weinigen die zich erin verdiepten. Hij publiceerde vlak voor de Tweede Wereldoorlog in ”Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde” (7e reeks, IX) een artikel over het thema. Zijn hoofd­conclusie luidt dat „men Willem den Rijke niet zonder meer als lutheraan kan beschouwen”, maar daarop valt het een en ander af te dingen.

Zo verzet Willem zich in 1517 en 1518 tegen de aflaathandel in zijn graafschap. Nog duidelijker kiest hij voor de leer van de Reformatie als hij in 1525 met een aantal graven geheim overleg over geloofszaken voert. De graven besluiten dat het volk vrijgelaten moet worden in zijn keuze voor de Reformatie.

Drie jaar later benoemt Willem, die zich ook in Luthers geschriften verdiept, een in de Lutherstad Wittenberg geschoolde hofkapelaan op de Dillenburg. Die geeft ook onderwijs aan de kinderen.

Jansma wijst echter ook op de andere kant van Willems opstelling. Zo schaart de graaf zich in 1530 op de Rijksdag van Augsburg –in 1521 was hij ook op de beroemde Rijksdag van Worms– niet bij de protestanten tegenover de keizer. Stelde hij hier de dynastieke belangen boven zijn godsdienstige overtuiging? Het lijkt erop.

Niet veel later wordt Willem de Rijke echter tot de aanhangers van de Augsburgse Confessie ge­rekend. In die belijdenis verwoordden Luther en Melanchthon de reformatorische leer. Ook wordt Willem lid van het Schmalkaldisch Verbond, waarin protestantse Duitse vorsten en rijkssteden zich hebben verenigd.

In 1533 lijkt Willem opnieuw een duidelijke daad te stellen. Hij weigert in dat jaar ridder van het Gulden Vlies te worden. Willem bedankt voor de eer omdat de statuten eisen dat de leden rooms-katholiek zijn, zo stellen veel geschiedenisboeken. Jansma gelooft niet in dat argument. Hij is van mening dat Willem zijn protestantse buren niet voor het hoofd wilde stoten en mogelijk zelfs geen geld had om het dure lidmaatschap van de ridderorde te betalen.

Apologie

Om Willems lutherse gezindheid aan te tonen, hebben historici ook gewezen op een passage uit de ”Apologie” van Willem van Oranje (1580). De prins schrijft daarin over zijn vader: „Onze heer vader heeft, in navolging van de voorbeelden van de vrome koningen, als daar waren David, Josias en anderen, de kerken van zijn landen, die hij in Duitsland bezat, gereformeerd en naar de woorden van God van dwalingen gereinigd, zelfs met toelating van de keizer.” Jansma plaatst bij deze passage de opmerking dat Willem van Oranje er op dat moment belang bij heeft om bij de Staten van Holland en Zeeland zo protestants mogelijk over te komen en vraagt zich af of het geschetste beeld wel recht doet aan de geloofsovertuiging van Willem de Rijke.

Jansma wijst er ook op dat Willem zijn zoon Willem in 1545 vrij gemakkelijk naar het rooms-katholieke hof in Brussel laat gaan, als die het prinsdom Oranje kan erven. Het belang van de familie gaat ook hier boven dat van de Reformatie.

Samenvattend concludeert Jansma „dat Willem de Rijke met vele denkbeelden van Luther sympathiseerde, maar dat hij meer hervormingsgezind binnen dan buiten de kerk was. Reeds de politieke omstandigheden, zijn hoop op hulp van den keizer, dwongen hem daartoe. Doch ook daarbuiten krijgt men niet den indruk, dat Willem in geloofszaken een overtuigd en consequent standpunt heeft ingenomen.”

Hoe het ook zij, Willem de Rijke stond aan de basis van wat nu Nederland is. De successen van zijn zoon prins Willem van Oranje heeft hij niet meer meegemaakt, evenmin de dood van vier van zijn zoons in de vrijheids- en godsdienststrijd in de Lage Landen. Via zijn kinderen en vele kleinkinderen verspreidde zijn Nassause gedachtegoed zich echter over een groot deel van West-Europa.


Brief die Willem van Oranje na de dood van zijn vader schreef

Als Willem de Rijke sterft, is Willem van Oranje niet de buurt van de Dillenburg. Het overlijden van zijn vader grijpt de prins aan, zo blijkt uit de brief die hij op 15 oktober 1559 aan zijn broer Lodewijk schrijft.

„Mijn broeder, ik kan u niet genoeg schrijven met hoeveel smart ik het bericht van het overlijden van onze goede vader –wien God vergeve– vernomen heb. Het is smartelijk zo’n vader te hebben verloren, aan wie wij allen zo veel verplicht zijn voor de grote liefde en genegenheid die hij voor ons koesterde. Maar aangezien het Gods wil is geweest, moeten wij ons daar allen bij neerleggen en bovendien trachten zijn voorbeeld te volgen, opdat ons Huis, dat met Gods hulp altijd een zo goede naam en waardering heeft genoten, niet verloren ga, maar liever in waarde moge stijgen, hetgeen gemakkelijk kan gebeuren, indien wij allen, zijn kinderen, in goede verstandhouding en liefde leven. Wat dit betreft, wil u de anderen wel meedelen dat wat mijn aandeel daarin aangaat, ik mij voorneem u allen steeds bij te staan en raad te geven op elk gebied waar u mij nodig hebt, terwijl ik overtuigd ben, dat gij van uw kant hetzelfde zult doen, bovendien moeten wij onze moeder bijstaan, krachtens de grote verplichtingen die wij aan haar hebben en haar dienen en tegemoetkomen in alles waarin wij kunnen.”

Onder aan de brief voegt de prins toe dat hij voor zijn jonge zus Katharina heel zijn leven „een goede broer zal zijn, evenals voor Juliana en Madalena en dat, hoewel zij een vader verloren hebben, zij in mij een andere zullen vinden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer