Economen in VS hopen op bijval Greenspan
Als Alan Greenspan, de president van de centrale banken in de Verenigde Staten, dinsdagavond en woensdag voor het Amerikaanse Congres verschijnt, zal hij waarschijnlijk vooral optimisme over de economie uitstralen. Economen menen echter dat hij zijn pijlen moet richten op de financiële plannen van president George W. Bush.
Die zullen het land net als onder de twee vorige Republikeinse presidenten (Reagan en Bush sr.) opzadelen met enorme begrotingstekorten. Vrijdag hebben tien winnaars van de Nobelprijs voor economie al scherpe kritiek geuit op de wijze waarop Bush geld uitgeeft. De president stuurde vorige week een ontwerpbegroting naar het Congres waarin hij begrotingstekorten van 304 miljard dollar in 2003 en 307 miljard in 2004 voorziet.
Vooral de belastingplannen liggen onder vuur. Het komende decennium verstrekt de regering-Bush voor 1500 miljard dollar aan belastingvoordelen. Bush wil daarmee de economie een stimulans geven, maar veel economen vrezen dat hij te ver gaat.
De tien Nobelprijswinnaars erkennen dat tijdelijke belastingmaatregelen kunnen helpen. Ze veroordelen echter het permanente karakter ervan. De maatregelen worden daardoor enorm kostbaar, waar toekomstige generaties mogelijk nog veel last van hebben.
Econoom Paul Krugman -een invloedrijk columnist van The New York Times- wees afgelopen weekeinde op de omslag in het denken in de regering-Bush. Tijdens de presentatie van haar eerste begroting voorspelde ze voor 2004 nog een overschot op de begroting van 262 miljard dollar. Vorig jaar was dit al veranderd in een tekort van 14 miljard dollar en in de jongste ramingen is dat een recordbedrag geworden van 307 miljard dollar. „Dit komt neer op een verslechtering van 570 miljard dollar, en dan heb je het al gauw over geld dat telt”, aldus Krugman.
Bush verdedigde zich vorige week door te wijzen op de economische neergang en de oorlog tegen het terrorisme, die de begroting uit het lood hebben geslagen. Volgens Krugman moeten leiders echter niet zoeken naar excuses, maar naar oplossingen. En die biedt Bush niet met zijn plannen, die neerkomen op nog meer belastingverlagingen in ’oorlogsbegrotingen’.
Krugman meent dat de tijd nu rijp is voor Greenspan om zich in het debat te mengen. In het verleden hamerde Greenspan op begrotingsdiscipline, maar de afgelopen tijd heeft hij zich niet openlijk uitgelaten over het gebrek daaraan bij Bush. Integendeel, in januari 2001 gaf hij cruciale steun aan de belastingverlagingen die Bush toen in petto had. Afgelopen januari had Greenspan nog een van zijn periodieke lunches met de president. Veel kritiek zal hij niet hebben gespuid, of Bush moet zich er, gezien de presentatie van de jongste begroting, weinig van hebben aangetrokken.
Volgens Krugman is Greenspan van een strenge schoolmeester verworden tot een verdraagzame oom. Republikeinen gaan er welhaast van uit dat hij alles goedkeurt wat Bush voorstelt. De 76-jarige Greenspan, die al bijna zestien jaar leidinggeeft aan het Amerikaanse centralebankenstelsel, heeft daardoor zijn reputatie van onafhankelijke geest te grabbel gegooid. Greenspan zal daarom, zo stelt Krugman, alle zeilen moeten bijzetten om die reputatie te redden én die van de Verenigde Staten als solvente natie.