Kunstenaar aan het woord
„Er zijn zoveel mensen, vooral onder onze vrienden, die denken dat woorden niets voorstellen. Integendeel, nietwaar, het is even interessant en even moeilijk om iets goed te zeggen als om iets te schilderen.” Dat schreef Vincent van Gogh aan zijn collega-kunstenaar Emile Bernard op 19 april 1888. Volgende week woensdag verschijnt de volledige briefwisseling van Vincent van Gogh in zes delen.
Vincent van Gogh (1853-1890) was een verwoed brievenschrijver. Geregeld bracht hij zijn jongere broer en geldschieter Theo per brief op de hoogte van zijn vorderingen op artistiek gebied en van zaken die hem verder bezighielden. Maar ook met andere familieleden en collega-kunstenaars –Emile Bernard, Paul Gauguin, Anthon van Rappard– voerde Van Gogh een uitgebreide correspondentie.Hij was daarin niet de enige van zijn tijd. Van de kunstenaar Eugène Delacroix zijn 1500 brieven bewaard gebleven en van Claude Monet 3000. En de Engelse impressionist James McNeill Whistler schreef niet minder dan 13.000 brieven. Toch is het tamelijk bijzonder dat zo’n rijke bron van informatie over het leven van een kunstenaar uit de negentiende eeuw beschikbaar is gebleven. Temeer omdat Van Gogh een directe, meeslepende stijl van schrijven had, waardoor de lezer getuige is van zijn dromen en teleurstellingen, passies en worstelingen, vriendschappen en ruzies en van zijn allesoverheersende wens om kunst te maken die de tijd zou verduren.
Verloren
In totaal zijn 902 brieven die Vincent van Gogh schreef of ontving bewaard gebleven. „Er moeten er minstens 2000 zijn geweest”, zegt Hans Luijten, senior onderzoeker in het Van Gogh Museum en redacteur van de briefuitgave. „Veel brieven zijn verloren gegaan. Van Gogh zelf bewaarde lang niet alle brieven die hij ontving. Ongetwijfeld heeft hij bijvoorbeeld gecorrespondeerd met Sien Hoornik, de prostituee uit Den Haag met wie hij een relatie had. Maar daarvan is jammer genoeg niets terug te vinden.”
Verreweg de meeste brieven die Van Gogh schreef zijn gericht aan zijn broer Theo, die hem gedurende de tien jaar van zijn kunstenaarschap financieel en moreel steunde. Gelukkig heeft Theo alle brieven die hij van Vincent ontving wél bewaard.
Van Goghs brieven vertellen veel over zijn manier van werken als kunstenaar, geeft Luijten aan. „Vaak maakte hij tussen de regels door schetsen van kunstwerken waaraan hij werkte of die hij had gemaakt om te laten zien waar hij mee bezig was. Als lezer volg je hem als het ware op de voet bij dat proces. Daarnaast geven de brieven inzicht in zijn denk- en leefwereld. Van Gogh was zeer bevlogen en had ook werkelijk iets te vertellen. Daarbij nam hij geen blad voor de mond. De brieven zijn dan ook boeiende lectuur. Op geen andere manier kan de mens en de kunstenaar Van Gogh dichter worden benaderd dan in het lezen van zijn brieven.”
Ambitieus
Hans Luijten en zijn collega’s Leo Jansen en Nienke Bakker zijn vijftien jaar bezig geweest met de briefuitgave, die tot stand kwam in samenwerking met het Huygens Instituut, onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) in Den Haag.
„Dit is het meest ambitieuze project dat ooit door het Van Gogh Museum is geïnitieerd”, zegt Luijten. „De uitgave verschijnt in drie talen: in het Nederlands, het Engels en het Frans. De brieven zijn opgenomen zoals Van Gogh ze werkelijk schreef, zonder verfraaiing, hertaling, aanpassingen of het weglaten van passages.”
Om de brieven voor mensen uit de 21e eeuw leesbaar en begrijpelijk te maken, zijn ze uitvoerig geannoteerd. „Alle informatie die huidige en toekomstige generaties nodig zouden kunnen hebben, is aan de brieven toegevoegd”, aldus Luijten. „Van Gogh citeerde vaak Bijbelteksten, literaire werken, kunstkritische of kunsthistorische publicaties en andere lectuur. In noten maken we duidelijk waar Van Gogh deze citaten vandaan had. Ook worden omstandigheden en gebeurtenissen waarnaar Van Gogh verwijst toegelicht en geduid omdat lezers van meer dan een eeuw later de achtergrond niet meer kennen.”
Stichtelijke teksten
Met name in de periode vóór 1880 was Van Goghs geest vergroeid met de Bijbel en met stichtelijke teksten, zegt Luijten. „Bijzonder talrijk waren toen in zijn brieven de citaten uit en toespelingen op de Schrift, waar hij op een eigenzinnige manier mee omging; wij hebben in de annotaties voor zover mogelijk de stichtelijke en Bijbelse citaten of allusies geïdentificeerd.”
Van Gogh gebruikte in die tijd de Bijbel als maat der dingen, vooral het Nieuwe Testament, constateert Luijten. „Zijn opvoeding in een vrijzinnig protestants milieu speelde daarbij zeker een rol. Toen de kinderen het ouderlijk huis verlieten, kregen ze het volgende gebed mee: „Verbind Gij, o Heer, ons innig aan elkaar en laat de Liefde tot U die band meer en meer versterken.”
Door een godvruchtig leven te leiden en elkaar onderling tot steun te zijn, kon men elkaar verder helpen in de wereld, was de gedachte. Ook het bijwonen van kerkdiensten, het zingen van stichtelijke liederen en het lezen en voorlezen van ethisch verantwoorde romans en poëzie konden het gemoed krachtiger maken. De gezinsleden waren vertrouwd met de romans van George Eliot, met de sprookjes van H. C. Andersen en met de godsdienstige poëzie van onder anderen P. A. de Génestet.
Vader Van Gogh citeerde al variërend uit De Génestets gedichten en Vincent en Theo bezaten het verzameld werk van deze populaire vrijzinnig-protestantse predikant-dichter. Herhaaldelijk duiken verzen hieruit op in de brieven. Voor moeder Van Gogh stond de waarde van deze muzikale lyriek buiten kijf: „Studeer nog eens de Génestet, O hoeveel ware goede woorden staan daar zoo frisch en mooi in, als U iets erin treft, herlees het maar eens, dat ze U eigen worden even als zoo vele bijbelwoorden, die als wapenen zijn in den strijd van het leven.”
Klaarblijkelijk werd het gezin onder meer gevoed met literatuur uit de winkel of uit de eigen collectie van oom Cor; in elk geval hadden ze in 1876 „een pak boeken van oom Cor in huis.” In de Amsterdamse zaak van oom Cor bevond zich een leesinrichting.
Gezamenlijk zette men zich in om het leven krachtdadig tegemoet te treden, met daarbij het geloof, de Bijbel en stichtelijke literatuur als ondersteuning. Voor Theo vormde de familie de basis om de wereld aan te kunnen, zoals hij schreef aan zijn vriend Andries Bonger: „al is de wereld de grootste leerschool, het familie leven zooals wij het van kind af gekend hebben, was het a.b.c. ervoor.” De behoefte aan saamhorigheid en eensgezindheid was kenmerkend voor het gezin Van Gogh – de leden werden erdoor gesterkt.
Datering
Een tijdrovende klus was de datering van de brieven. Luijten: „Daar zijn we lang mee bezig geweest, omdat dit belangrijk is voor het bepalen van de volgorde waarin Van Gogh zijn kunstwerken maakte.”
Alle brieven waarin Van Gogh een schets maakt, zijn op ware grootte in facsimile opgenomen. Daarnaast bevat de editie zo’n 2000 illustraties van werken waarnaar Van Gogh in zijn brieven verwijst. Dat kunnen schilderijen van hemzelf zijn, maar ook van anderen, zoals Rembrandt, Rubens, Frans Hals, en van tijdgenoten als Anton Mauve en Paul Gauguin.
Los van deze gedrukte teksteditie gaat op 8 oktober een voor iedereen gratis toegankelijke Engelstalige webeditie de lucht in met alle brieven, annotaties, illustraties en uitvoerige essays. Deze site biedt de mogelijkheid telkens te worden bijgewerkt.
Waarom dan nog een papieren uitgave?
Luijten: „De webeditie is bedoeld voor onderzoekers en geïnteresseerden in Van Gogh. Dank zij de uitgebreide zoekmogelijkheden is al het materiaal zeer goed toegankelijk. De originele brieven staan er in hoge resolutie op, zodat ze grondig bestudeerd kunnen worden. Kijk, je ziet zelfs de gaatjes in het briefpapier. De papieren editie is voor een breed publiek dat in de kunstenaar is geïnteresseerd. Wie de brieven echt wil gaan lezen, heeft het boek nodig. De fysieke nabijheid van papier is dan prettiger. Daar komt bij dat de brieven in buitengewoon boeiend proza zijn geschreven. Dat heeft alles te maken met het taal- en schrijfvermogen van Van Gogh, dat beeldend en trefzeker is en beslist literaire kwaliteiten heeft.”
Hoe zou u Van Goghs stijl willen typeren?
„Een factor die in Van Goghs taalgebruik en taalvaardigheid zeker een rol heeft gespeeld –en die nader onderzoek verdient– is zijn opvoeding binnen de protestantse traditie van het woord”, zegt Luijten. „De veelvuldige en intensieve omgang met de Bijbel en de alomtegenwoordigheid van psalmen en gezangen maakte hem vertrouwd met de tale Kanaäns en voedde zijn taalgevoel en idioom.
Het was niet meer dan natuurlijk dat hij zijn brieven in zijn religieuze jaren doorspekte met Bijbelcitaten, en veel daarvan kopieerde hij; maar zonder twijfel kende hij ook veel uit het hoofd. Toen hij het ouderlijk huis had verlaten, had hij altijd een Bijbel onder handbereik. Dezelfde familieachtergrond zal mede debet geweest zijn aan de domineestoon die Van Gogh zo nu en dan kon aanslaan wanneer hij moraliseerde of zich in disputen in het nauw gedreven voelde.”
Moeten we het beeld van Van Gogh radicaal bijstellen nu deze uitgave is verschenen?
„Er komt geen andere van Gogh naar voren, wel een completere. Het beeld is genuanceerd. Hij was geen geniale gek, maar een doelbewuste, krachtige persoonlijkheid die op meeslepende wijze wist te verwoorden wat hem bezighield. Van Gogh las veel en dacht na over wat hij had gelezen: van de Bijbel tot Emile Zola. Hij verdiepte zich ook in metafysische en ethische vraagstukken en schreef over het menselijke gedrag en over ontwikkelingen in de samenleving.
Mede dankzij de familiecorrespondentie krijgt de wereld waarin Van Gogh leefde meer reliëf. Vincent kwam uit een hecht en zorgzaam domineesgezin. Dat betekende tegelijkertijd dat kritisch gevolgd werd waarmee hij bezig was. Als je de brieven leest, krijg je het gevoel dat er overal camera’s opgesteld waren.”
Tijd voor een nieuwe biografie?
„In Amerika zijn twee onderzoekers daar al mee bezig. Ze zullen het materiaal dat wij aanreiken goed kunnen gebruiken.”
”Vincent van Gogh. De brieven”, door Leo Jansen, Hans Luijten en Nienke Bakker (red.) en Wim Crouwel (vormgeving); Uitg. Van Gogh Museum, het Huygens Instituut–KNAW en het Mercatorfonds; zes delen in box, gebonden; ISBN 978 90 8964 102 1; 2180 blz.; ongeveer 4300 illustraties; verkrijgbaar in het Nederlands, Frans en Engels; € 395,- (aanbiedingsprijs tot en met 3 januari 2010: € 325,-).
Tentoonstelling
Voor het eerst worden in de tentoonstelling ”Van Goghs brieven. De kunstenaar aan het woord” ruim 120 originele brieven van Vincent van Gogh getoond bij de werken waar hij in zijn brieven over schreef. De belangrijke documenten worden vanwege hun kwetsbaarheid en lichtgevoeligheid zelden getoond.
De combinatie van ruim 340 werken uit de collectie van het Van Gogh Museum –schilderijen, tekeningen, brieven en briefschetsen– geeft een indringend en veelzijdig beeld van Van Gogh als briefschrijver en als kunstenaar. De tentoonstelling biedt een unieke gelegenheid om de schetsen in de brieven te vergelijken met de schilderijen en tekeningen waarop ze zijn gebaseerd. Door het karakteristieke handschrift en de treffende schetsen kijkt de bezoeker als het ware mee over Van Goghs schouder.
Speciaal voor deze tentoonstelling heeft het Van Gogh Museum drie bijzondere brieven van Vincent van Gogh aan de kunstenaar Emile Bernard (1868-1941) exclusief mogen lenen van The Morgan Library & Museum in New York.
De tentoonstelling wordt georganiseerd ter gelegenheid van de lancering van de nieuwe internationale uitgave van de volledige briefwisseling van Vincent van Gogh.
”Van Goghs brieven. De kunstenaar aan het woord” is van 9 oktober 2009 tot en met 3 januari 2010 te zien in het Rietveldgebouw van het Van Gogh Museum. Meer informatie: vangoghmuseum.nl en 020-5705200.