Cultuur van de dood wint terrein
De technieken om het syndroom van Down tijdens de zwangerschap baby’s met vast te stellen, worden steeds verfijnder. Dr. Albert Mohler voorziet een morele crisis: zullen we mensen met het Downsyndroom zien verdwijnen?
De ontwikkeling van de prenatale diagnostiek roept een breed scala van morele vragen op, waarbij de diagnose van het syndroom van Down een prominente en centrale rol speelt. De afgelopen jaren is het aantal baby’s in de VS dat geboren wordt met het syndroom van Down zienderogen afgenomen. Deze afname heeft direct te maken met het besluit om een abortus uit te voeren na een prenatale diagnose.Volgens de nieuwssite Science Daily verschijnt er binnenkort een hoofdartikel in het wetenschappelijke tijdschrift Archives of Disease in Childhood dat wijst op ontwikkelingen in de nabije toekomst waardoor de diagnose van het syndroom van Down steeds vaker tijdens de zwangerschap gesteld zal worden. „Naar verwachting zal volgend jaar een eenvoudige bloedtest worden geïntroduceerd die geen risico vormt voor de foetus en een definitieve diagnose mogelijk maakt van nog een van de genetische varianten van het syndroom van Down.”
Door de nieuwe testen zal prenatale screening op het syndroom van Down vrijwel zeker nog wijder verspreid worden. De op dit moment beschikbare testen brengen bepaalde risico’s met zich mee voor de foetus en moeten inwendig worden uitgevoerd. De nieuwe testen zijn gebaseerd op eenvoudig bloedonderzoek.
Botsing
Het artikel is gebaseerd op onderzoek van dr. Brian Skotko, een onderzoeker in de klinische genetica in het kinderziekenhuis in Boston. Skotko, die een zus heeft met het syndroom van Down, stelt de volgende prangende vraag: „Als de nieuwe testen beschikbaar komen, zullen baby’s met het syndroom van Down dan langzaam verdwijnen?”
Zijn onderzoek legt een zeer verontrustende trend bloot. Tussen 1989 en 2005 is het aantal baby’s in de VS dat met het syndroom van Down wordt geboren, met 15 procent afgenomen. En dat terwijl de onderzoekers precies het tegenovergestelde zouden hebben verwacht –een toename van 34 procent– als er geen prenatale screening zou zijn, zo legt Science Daily uit. De trend is namelijk dat vrouwen langer wachten met het krijgen van kinderen. Het is bekend dat dit de kans op een baby met het syndroom van Down vergroot.”
In een in 2005 gepubliceerd artikel stelt Skotko dat artsen vaak slecht voorbereid zijn om de diagnose van het syndroom van Down met hun zwangere patiënten te bespreken. Hij schrijft daarin ook dat een aanzienlijk percentage artsen „meldt dat ze de negatieve aspecten van het syndroom van Down benadrukken, zodat patiënten de voorkeur geven aan het beëindigen van de zwangerschap.”
Met de nieuwe technieken voor prenatale diagnostiek in het verschiet voorziet Skotko een „heuse botsing”: „Meer vrouwen zullen door het onderzoeksproces heen gaan, wat kan leiden tot veel ongemakkelijke gesprekken tussen artsen en patiënten die in verwachting zijn.”
Volgens The Washington Post komt uit Skotko’s onderzoek naar voren dat 92 procent van de vrouwen die horen dat hun baby het syndroom van Down heeft, kiest voor een abortus. De dimensies van de „botsing” die dr. Skotko voorziet, komen nu in beeld. Als dit percentage klopt zal dit vrijwel zeker leiden tot een enorme toename van het aantal baby’s dat geaborteerd wordt na een diagnose van het syndroom van Down.
Devaluatie
Dit stelt de medische gemeenschap –en heel de samenleving– voor een ernstige morele kwestie. De ontwikkeling van de prenatale diagnostiek brengt een morele crisis bij onze voordeur – en bij ons hart. Zullen we mensen met het syndroom van Down gewoon zien verdwijnen?
Dr. Skotko begrijpt maar al te goed dat deze morele crisis niet beperkt blijft tot baby’s met het syndroom van Down. Hij vraagt: „Mogen ouders die in verwachting zijn in staat worden gesteld om een foetus met een ongewenst geslacht na selectie te aborteren? Mag een foetus met een genetische aanleg voor borstkanker met prenataal onderzoek worden aangewezen?”
Het feit dat 92 procent van de vrouwen die te horen krijgen dat hun ongeboren kind zeer waarschijnlijk het syndroom van Down heeft, ervoor kiest de baby te laten aborteren, moet ons allemaal schokken. Wat zegt dit over onze devaluatie van het menselijk leven en de menselijke waardigheid? Dit kan alleen maar betekenen dat deze vrouwen een kind met het Downsyndroom zien als niet waard om te hebben – en de baby als een leven dat het niet waard is om te leven.
Dr. Skotko voorziet een botsing. Gezien zijn belangrijke onderzoek, doen we er beter aan een morele crisis te voorzien. De cultuur van de dood wint voor onze ogen terrein. Wie zal de volgende zijn die het leven niet waardig geacht wordt?
De auteur is president van Southern Baptist Theological Seminary in Louisville, Kentucky (VS). Dit artikel is overgenomen van zijn weblog www.albertmohler.com.