Bijna
„De enge poort en de nauwe weg.” Mattheüs 7:13-14
Wat is er niet een menigte die zich inbeeldt al op de nauwe weg naar de hemel te zijn. Ondertussen staat men op een valse en bedrieglijke weg, of van uiterlijk christendom, of van uitwendige godsdienstigheid, of van burgerlijke zedigheid. Men bezit enige burgerlijke deugden van matigheid en zedigheid. Maar zijn de deugden aan u niet geheiligd, u heeft ze dan gemeen met vele heidenen, die dan meer dan u in de zogenaamde deugden van de zedenwet hebben uitgeblonken.Uw weg waarop u meent naar de hemel te gaan, is slechts een weg die goed is in eigen ogen en die u jammerlijk bedriegen zal. U bent nog steeds op de brede weg. „Er is een weg die iemand recht schijnt, maar het laatste van dien zijn wegen des doods” (Spreuken 14:12).
Wilt u hieromtrent nader aan uzelf ontdekt wezen, of u op de brede of op de smalle weg bent? Och, ik vrees dat de meesten moeten vaststellen nog op de weg te wezen die tot het verderf leidt. Hoe staat het nu bij u met het ingaan door de enge poort van wedergeboorte en bekering? Hoe ver bent u nog van die poort af? Weet u van krachtdadige staatsverandering en uitwendige vernieuwing? Want de wedergeboorte verandert de mens in een nieuw schepsel.
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”De predikende en wonderdoende Christus,” 1752)