De paus was tot vandaag in Tsjechië voor een driedaags bezoek. Het is, na Polen, het tweede vroegere communistische land dat hij sinds zijn verkiezing in april 2005 aandeed. De reis stond in het teken van Wenceslas, de patroonheilige van Tsjechië.Voor de eucharistieviering waren tussen 120.000 en 150.000 mensen naar de luchthaven van Brno gekomen. Onder hen waren vele Polen, Slowaken en Oostenrijkers, landen die in tegenstelling tot Tsjechië overwegend rooms-katholiek zijn. „De enige zekere hoop is God en de ervaring van de geschiedenis toont aan dat de mens tot absurde daden komt, als hij God uit zijn leven uitsluit”, zei de paus tijdens de openluchtmis.

Paus Benedictus XVI wilde met zijn bezoek de Tsjechen laten zien welke betekenis het christelijk geloof heeft en hoeveel hoop dat kan bieden. Tsjechië is een van de meest geseculariseerde landen van Europa. Bijna 60 procent van de ruim 10 miljoen inwoners is niet godsdienstig. Ruim een kwart is rooms-katholiek.

Gisteren noemde de paus het debat van historici uit 1999 over de Boheemse reformator Johannes Hus (1370-1415) „een voorbeeld voor het herstellen van kerkscheuringen uit het verleden.” In dat jaar organiseerde het Vaticaan een internationaal congres van historici over Hus. „Ik bid dat zulke oecumenische initiatieven vrucht zullen dragen, niet alleen uit zorg voor de eenheid van de christenheid, maar ook in verband met het welzijn van alle Europeanen”, aldus de paus in een onderhoud met vertegenwoordigers van andere christelijke kerken.

Zaterdag heeft de paus bij aankomst in Tsjechië de val van de „onderdrukkende” communistische regimes in Oost- en Midden-Europa. „Als de val van de Berlijnse Muur al een keerpunt in de wereldgeschiedenis betekende, was dat nog veel meer het geval voor landen in Midden- en Oost-Europa, waardoor die hun rechtmatige plaats als soevereine spelers in het concert van de naties” konden innemen, zei hij op het vliegveld van Praag.

Tsjechië en het Vaticaan hebben zaterdag besloten voorlopig niet verder te praten over de teruggave van kerkelijke bezittingen. Dat hebben premier Jan Fischer van Tsjechië en kardinaal-staatssecretaris Tarcisio Bertone, de tweede man van het Vaticaan, zaterdag meegedeeld. Volgens Fischer is de kerk bereid te wachten op herstel van de economie. Sinds de val van het communistische regime in 1989 kunnen Tsjechië en het Vaticaan het niet eens worden over de teruggave aan de Rooms-Katholieke Kerk van bezittingen die de communisten in beslag hebben genomen.