Zorg over aantal predikanten in spe
De Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) heeft zaterdag haar jaarlijkse Schooldag in Apeldoorn gehouden. „Het aantal admissiale studenten geeft zorgen”, gaf prof. dr. H. G. L. Peels aan.
De hoogleraar Oude Testament aan de christelijke gereformeerde universiteit opende de Schooldag met een toespraak over ”De TUA anno 2009”. „De Heere wil niet dat het donker wordt in Zijn huis. De lamp moet altijd blijven branden. Daar gebruikt Hij Zijn dienaren voor en dat is waar het bij de vorming van de studenten om gaat: dat het licht schijnt.”Het gaat op veel punten goed met de TUA, aldus de hoogleraar, maar het aantal studenten dat predikant hoopt te worden, blijft achter.
Thema van de Schooldag was ”Calvijn – wat heeft hij ons nog te zeggen?” De hoofdlezing werd uitgesproken door ds. A. Huijgen, predikant in Genemuiden en verbonden aan de TUA als universitair docent. Hij sprak over ”Calvijn en het gebed”.
De docent onderscheidt drie ontwikkelingen ten aanzien van het gebed, waarvoor Calvijns theologie een „heilzame correctie” zou kunnen bieden. „In de eerste plaats de nadruk op emotie, verder het informeler worden van het gebed en ten derde de individualisering. We zeggen graag ”ik”, ook in het gezamenlijk gebed in bijvoorbeeld de kerkenraadskamer.”
In zijn ”Institutie” geeft Calvijn vier gebedsregels, zo gaf ds. Huigen aan. „We moeten ten eerste in verstand en hart een passende houding aannemen. Vervolgens is het nodig om onze armoede te beleven en werkelijk verhoring te verlangen. Koude plichtplegingen zijn geen gebed.”
De derde regel is ootmoed en de laatste regel is vaste hoop op verhoring. „Alleen dát gebed is aanvaardbaar voor God: een gebed dat geboren wordt uit de vrijmoedigheid van het geloof, en dat gefundeerd is op de zekerheid van de hoop.”
De ‘oogst’ van Calvijns regels is allereerst dat Calvijn de emotie een plek geeft, zonder te vervallen in een gevoelscultuur, aldus de predikant uit Genemuiden. „Het gebed mag niet met een koud hart worden uitgesproken, maar het gaat ook niet op in gevoel. Gebedsverhoring is niet allereerst een zaak van mijn goede gevoel, maar van Gods beloftewoord.”
Tijdens het middagprogramma sprak A. G. Kloosterman-van der Sluys, docent aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), over ”Calvijn en het kind”. „Volgens Calvijn is het kind enerzijds „onaf” en heeft het nog niet zo veel waarde. Anderzijds is het kind moreel minder slecht dan volwassenen, onder andere omdat het minder trots is. De erfzonde komt er pas bij het ouder worden echt uit.”
refdag.nl voor foto’s.