Opinie

De stropdas verdwijnt; nou en

Nog even en dan wordt de groep stropdasdragers een beschermde minderheid, die met geld van het ministerie van Cultuur in stand wordt gehouden. Immers, wie zijn ogen maar even de kost geeft, ziet dat het aantal dragers van de das in rap tempo afneemt.

25 September 2009 09:35Gewijzigd op 14 November 2020 08:44

Eigenlijk is het allemaal supersnel gegaan. Nog maar goed tien jaar geleden, op 8 december 1998, maakte prins Claus tijdens een toespraak zijn stropdas los en gooide hem met een zwierig gebaar op de grond. De das noemde hij een slang die om de hals van een man kronkelt.De prins nam met deze daad niet voorgoed afscheid van de das. Na die ontknoping droeg hij het kledingstuk nog regelmatig. Zijne koninklijke hoogheid probeerde met zijn actie duidelijk te maken hoe de regels behorend bij zijn positie hem de hals afknepen.

Het pakte echter allemaal anders uit. Al heel snel volgden veel heren het voorbeeld van de prins. Inmiddels kijkt niemand er meer van op wanneer een minister, zakenman of bruidegom stropdasloos binnenstapt. Dat moet kunnen.

Met het verdwijnen van de stropdas raakt een lange traditie in onbruik. Het dragen van een stropdas gaat terug tot een oude Romeinse gewoonte van senatoren. Zij droegen zogenoemde fascalia om hun stembanden warm te houden. Zonder luidsprekers een rede houden in de Senaatszaal viel niet mee. Vandaar deze warmhouders. Het dragen van fascalia werd al spoedig nagevolgd door andere burgers; vooral welgestelden. Het gaf status. Vrij snel gingen ook generaals het kledingstuk opnemen in de voorschriften voor de uniformen.

De manschappen gebruikten de voorloper van de stropdas echter niet als middel om hun gezag te vergroten, maar als een soort zakdoek waarmee je bloed, zweet en snot kan afvegen.

De stropdas, die aanvankelijk meer het karakter droeg van een sjaal, werd vooral in Kroatië populair. De lokale bevolking nam de gewoonte deze doek te dragen over van de Romeinen. Opvalland daarbij was dat vooral vrouwen de halsdoeken omarmden. Echter, wanneer hun echtgenoten ten strijde trokken, gaven zij hun halsdoek als een teder aandenken mee. De soldaat deed die om.

Tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) kwamen Kroatische huurlingen in Noordwest-Europa. Zij vielen op door de „bindsels aan hun hals.” Al spoedig werd zo’n halsdoek een Kroaat genoemd. Volgens deskundigen herinnert het woord voor stropdas in enkele talen hier nog aan. In het Duits is het Krawatte en in het Frans cravate.

In de loop van de 18e eeuw werd de cravate een veelgedragen modestuk dat uitbundig werd getoond. In Frankrijk was de stropdas in die tijd een lange sjerp die mannen heel sierlijk strikten. In Engeland riep dat een tegenreactie op, de Dandy. Dragers daarvan hadden er genoegen in een korte, vrij smalle das te dragen.

Die laatste stroming heeft de mode sinds het midden van de 19e eeuw beheerst. Bijkomend voordeel was dat het knopen van de smalle das, zoals wij die nu nog kennen, veel minder tijd kost dan de uitbundige sjerpen die lange tijd in Frankrijk in gebruik waren. In een jachtige tijd waar tijd wordt omgerekend in geld, is dat beslist een voordeel.

In de achterliggende eeuw heeft de stropdas in snel tempo de markt veroverd. Niet alleen welgestelden, maar ook middenstanders en ambtenaren droegen het sierstuk. Wie schoolfoto’s uit de jaren vijftig bekijkt, ziet dat in die jaren jongens van 10, 12 jaar tamelijk strak in het pak zaten: broek met plooi, colbertje, overhemd en een heuse stropdas.

Inmiddels lijkt de stropdas te hebben afgedaan. Om een voorbeeld te noemen: in 2002 meldden de media expliciet dat PvdA-leider Bos zonder stropdas de verkiezingscampagne voerde. Dit jaar vonden journalisten het nodig te vertellen dat Bos bij de algemene beschouwingen juist wel een stropdas droeg.

Diakenen

Conservatief ingestelde mensen zullen ongetwijfeld vinden dat het afdoen van een stropdas deel uitmaakt van het cultureel verval. Toch is dat overtrokken. Natuurlijk, een goedpassende das staat gekleed. En er zijn gelegenheden waar het dragen van een stropdas beslist gepast is. Zo zou het in veel kerken binnen de gereformeerde gezindte beslist gespreksstof opleveren als op een zondag enkele diakenen zonder stropdas en met een los boordeknoopje –want dat hoort er wel bij– de rijen langs zouden gaan om te collecteren. In het algemeen zal men vinden dat de stropdas deel uitmaakt van de ambtskleding.

Maar ook hier geldt: ’s lands wijs, ’s lands eer. In Afrikaanse landen is de stropdas minder in gebruik. En evenmin in Rusland. Daar bestaan er zelfs principiële bezwaren tegen. Strenge-evangeliechristenen en baptisten beschouwden heel lang het dragen van een stropdas als teken van wereldgelijkvormigheid. De man draagt de das om zich te versieren. Maar dat is niet Bijbels. Kleding is bedoeld om de schaamte van de mens te bedekken en een stropdas is alleen maar opsmuk. Daarom moet bij hen de stropdas af en gaat het bovenste knoopje dicht. Dat laatste ook. Daarom geen paniek als de stropdas verdwijnt.

De auteur is hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer