Echt geen geld voor dwarsfluitles
Kinderrijke gezinnen hebben niet veel financiële speelruimte, zo hebben de Nibud-onderzoekers Hanke Boer en Albert Luten gemerkt. ”Op papier ziet het inkomsten- en uitgavenplaatje er niet eens zo heel veel anders uit dan bij kleine huishoudens. Maar het maakt nogal verschil of je 2000 euro kunt verdelen onder vier personen of dat er tien gezinsleden van de taart moeten eten.” De gevolgen laten zich raden. ”Mijn dochter is muzikaal, maar er is echt geen geld voor dwarsfluitles”, weet een moeder.
Dat het onderwerp -”de financiële situatie van grote gezinnen”- leeft in de achterban van deze krant, wekt geen verbazing. De gereformeerde gezindte telt relatief veel grote gezinnen en het leven is bepaald duur te noemen. Dat veel mensen hun hart willen luchten, is echter wel opvallend. Over geldzaken -en zeker als het om de schaduwkant daarvan gaat- praat een mens doorgaans niet zo gemakkelijk.
Tachtig telefoontjes
Een oproep om mee te werken aan een artikelenserie naar aanleiding van een onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting naar de inkomsten en uitgaven van grote gezinnen leverde deze week binnen korte tijd bijna tachtig telefoontjes op. Veel bellers willen hun verhaal kwijt. Anderen willen vooral een signaal afgeven. ”Ik hoef niet in de krant en al helemaal niet op de foto, maar ik vind het wél belangrijk dat Nederland weet hoe moeilijk het soms is om een groot gezin draaiende te houden. En daarom bel ik”, aldus een moeder van twaalf kinderen.
Er wordt ook steun bij elkaar gezocht: ”Wellicht kunnen we wat van elkaar leren”, meent een andere ouder. Een derde hoopt dat het geen verhalenserie wordt waarin alleen maar de negatieve kanten worden belicht: ”Vergeet niet dat we een reformatorische krant lezen. Kinderen kríjgen we van God, en Hij geeft ook krachten om de zorgen die een groot gezin met zich meebrengt, te kunnen dragen. Dat mogen wij telkens ondervinden.”
Wie denkt dat het grote gezin nauwelijks meer voorkomt in Nederland, zit ernaast. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) schat dat er zo’n 450.000 huishoudens zijn met vijf of meer personen. Het Nibud legt de grens tussen een groot en een klein gezin bij vier kinderen. Nu zullen ouders met acht of twaalf zonen en dochters een gezin met vier spruiten we llicht niet als groot omschrijven, maar in het licht van de moderne opvatting over ”het ideale gezin” -papa, mama plus twee kinderen- is vier alweer 100 procent meer dan twee. En uit andere studies blijkt verder dat slechts eenvijfde van de vrouwen in de toekomst verwacht meer dan drie kinderen te baren.
Het Nibud kwam vandaag met de onderzoeksresultaten (zie ook de voorpagina van deze krant) op de proppen. Daarin staat niet alleen hard financieel cijfermateriaal. Ook herkenbare, opvallende en menselijke aspecten als het bezit van grote apparaten (zie tabel 1) en de verdeling van huishoudelijke taken (zie tabel 2) komen aan de orde.
De schijnwerpers zijn echter vooral gericht op het geld. Veel grote gezinnen zitten bepaald niet ruim in het financiële jasje, zo luidt een in het oog springende conclusie. Nibud-onderzoeker Luten vindt dat dat niet exclusief voor ouders met veel kinderen geldt. ”Ook veel kleinere gezinnen zitten met dat probleem. We kunnen het kostenplaatje voor grote gezinnen nu echter ook onderbouwen. Voorheen was er geen betrouwbare informatie voorhanden.”
Appeltje voor de dorst
Het CBS heeft wel cijfers over de kosten van kinderen in kleine huishoudens. Eén kind slokt gemiddeld 18 procent van het besteedbare inkomen op, twee kinderen kosten gemiddeld 26 procent en drie 33 procent. Het Nibud komt voor vier kinderen uit op gemiddeld 39 procent, al zijn er verschillen tussen lage en hoge inkomens (zie tabel 3). Vijf kinderen ten slotte leggen een claim van ongeveer 41 procent op het beschikbare budget. ”De kosten per kind nemen dus af naarmate het gezin groter is”, aldus Nibud-onderzoeker Hanke Boer. ”Onze cijfers zijn in lijn met die van het CBS.”
En toch maakt het nogal wat uit of ouders twee, vier, acht of veertien kinderen hebben. Een koek kan nu eenmaal maar één keer worden verdeeld. Luten: ”Het gevoel van niet te kunnen rondkomen, is bij grote gezinnen misschien wel sterker aanwezig dan bij kleinere. Er is gewoon minder speling. Uitgaven voor leuke of luxe zaken zullen minder aan de orde zijn.”
Een moeder die het RD belde, kan erover meepraten. ”Mijn dochter is muzikaal, maar er is echt geen geld voor dwarsfluitles, laat staan voor zo’n fluit.” Er wordt trouwens wel gespaard door grote gezinnen, maar dat geld is dan bestemd voor ”nuttige” zaken zoals de (toekomstige) studie van de kinderen of voor grote uitgaven (zie tabel 4). ”Een appeltje voor de dorst, zoals geld voor de oude dag, is er niet bij.”
Verandering van het inkomsten- en uitgavenpatroon is verre van eenvoudig. Bij de uitgaven valt het de Nibud-onderzoekers op dat grote gezinnen relatief meer geld kwijt zijn aan hypotheek of huur. Luten: ”De vaste lasten liggen doorgaans hoger, simpelweg omdat er in grotere huizen wordt gewoond.” Ook de post verzekeringen ligt boven het landelijk gemiddelde.
Boer: ”In een groot gezin is het ook veel moeilijker om bijvoorbeeld het inkomen te verhogen. Uit ons onderzoek (zie tabel 5) blijkt dat moeders met veel kinderen minder vaak betaald werk hebben dan de gemiddelde Nederlandse vrouw. Daar is gewoon geen tijd voor. Kinderopvang ligt ook niet voor de hand, want dat is te duur.” Overigens maakt het Nibud in het onderzoek een onderscheid tussen een relatief laag en een relatief hoog besteedbaar inkomen. De grens is daarbij gelegd op 3312 euro per maand. Dit bedrag is dan wel inclusief onder meer kinderbijslag, huursubsidie en tegemoetkoming in schoolkosten.
Liefde en zorg
Nu betekent het ontbreken van een betaalde baan voor de vrouw niet dat zij daarover heel erg treurt. Boer: ”Het is vaak een bewuste keuze. Liefde en zorg voor het gezin gaan meestal voor, leert ons onderzoek.” Opmerkingen die respondenten ongevraagd op het enquêteformulier schreven, bevestigen dat: ”Ik heb gekozen voor veel kinderen en ik zal er dan ook voor ze zijn. Dus werken om het wat breder te krijgen, is er niet bij. Ik vind warmte en liefde belangrijker dan alle luxe.”
Op de stelling dat een groot gezin een bewuste keuze is, antwoordde overigens maar liefst 74 procent van de ondervraagden bevestigend. Hanke Boer, die de 230 ingestuurde vragenlijsten allemaal onder ogen kreeg, vindt de betrokkenheid van de geïnterviewden bij het onderzoek opvallend. ”Mensen vinden het nodig dat grote gezinnen eens worden belicht. Daar is volgens hen te weinig oog voor.”
Grote gezinnen verwachten ook begrip. Een opmerking als deze -uit de mond van een van de ondervraagden- spreekt wat dat betreft boekdelen: ”Je krijgt vaak te horen dat je maar niet zoveel kinderen moet hebben.” Ook vinden veel ouders dat de samenleving niet is ingesteld op grote gezinnen. ”Bij subsidies, zoals tegemoetkoming in de schoolkosten, vind ik dat er veel te weinig rekening wordt gehouden met de grootte van de gezinnen”, zo schrijft iemand.
Betaalbare huizen
Het Nibud zal de onderzoeksresultaten -vanaf morgen ook in te zien op www.nibud.nl- gebruiken bij het samenstellen van informatiemateriaal, zoals de bekende Geldwijzers. Hoewel het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de studie naar grote gezinnen financierde, is het departement er verder niet bij betrokken geweest. Uit de resultaten blijkt evenwel dat ouders op verschillende punten meer actie van de overheid verwachten. Zo is er volgens hen een gebrek aan betaalbare huizen en zou meer financiële steun van grote gezinnen op zijn plaats zijn. Boer: ”Wij rekenen er wel op dat de overheid bij het maken van beleid gebruikmaakt van onze bevindingen.” Dat gebeurde vorig jaar onder meer naar aanleiding van de Nibud-studie onder werkende jongeren, waaruit onder meer bleek dat zij veel schulden hebben.
Het kan ook korter door de bocht, vindt een gezin dat meewerkte aan het onderzoek: ”Als wij een tekort hebben in ons budget, gaan we gewoon even wat meer of harder werken.” De kans is echter levensgroot dat dit voor de meeste ouders met een talrijk kroost niet is weggelegd. Simpelweg omdat de rek er al helemaal uit is.