Aarzelende handdruk
Een aarzelende handdruk. Dat was alles wat er af kon, dinsdag, tijdens de veelbesproken topontmoeting tussen de Israëlische premier Netanyahu, de Palestijnse leider Abbas en de Amerikaanse president Obama in New York.
De handdruk was tekenend voor de sfeer waarin de bijeenkomst verliep. Abbas en Netanyahu waren al niet in een al te beste stemming vanwege het feit dat zij min of meer gedwongen bij Obama op bezoek moesten. De Amerikaanse president zelf was ronduit ongeduldig en voegde zijn gesprekspartners toe dat zij het vredesproces nu lang genoeg hebben gefrustreerd. „Er is genoeg gepraat”, sprak Obama, die vermoedelijk –en terecht– andere bewoordingen in gedachten had.Netanyahu en Abbas kregen ook huiswerk mee, hoewel Israëls agenda wat voller werd gestopt dan die van de Palestijnen. Er moeten zo snel mogelijk nieuwe onderhandelingen worden geopend, op basis van akkoorden die in het verleden zijn gesloten. Die onderhandelingen moeten resulteren in een „permanente oplossing” voor het slepende conflict. En –last but not least– Israël werd vriendelijk bedankt voor de discussie over een bouwstop in de nederzettingen, maar moet nu zijn woorden eindelijk eens in daden omzetten.
Krachtige, verfrissende taal van Obama, zo lijkt het op het eerste gezicht. Eindelijk een president die zegt waar het op staat en concrete actie van de betrokken partijen verlangt.
Toch liep Barack Obama dinsdag met open ogen in de val die al decennialang het (zogenaamde) vredesproces in het Midden-Oosten onmogelijk maakt: praten met voorwaarden vooraf. Dat is een beproefde tactiek om échte gesprekken tot in lengte van jaren uit de weg te gaan. Zo eiste Israël lange tijd dat de Palestijnen eerst het geweld zouden afzweren, alvorens er van vredesoverleg sprake kon zijn. Syrië wil eerst de toezegging dat het de Golanhoogte terugkrijgt, voor er kan worden gepraat. En de Palestijnen houden nu de vredesbesprekingen op door van Israël eerst een bouwstop in de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever te verlangen.
Nog afgezien van het feit dat er in de nederzettingen –die overigens soms steden van tienduizenden inwoners zijn– sprake is van natuurlijke aanwas die ook onderdak moet krijgen, heeft de ontmanteling van nederzettingen Israël nu niet bepaald veel voordeel opgeleverd. Het bekendste voorbeeld is wel de ontruiming van de Gazastrook in de zomer van 2005. Israël kreeg er een radicaal Hamasregime en een regen van raketten en mortiergranaten voor terug.
Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat Israël maar ongebreideld de Westelijke Jordaanoever moet volbouwen. Ook de Palestijnen hebben recht op voldoende leefruimte. Maar de gedachte dat een bouwstop in de nederzettingen de sleutel is tot het openen van vredesgesprekken die werkelijk ergens toe leiden, is een klinkklare illusie.
De échte sleutel tot een oplossing voor het conflict is gelegen in politieke wil aan beide kanten. Daaraan lijkt het vooralsnog ten enenmale te ontbreken. Wat dat betreft heeft Obama wel gelijk: er is genoeg gepraat. Het is hoog tijd voor actie. De ellende heeft lang genoeg geduurd.