„Cuba glijdt weer af naar antikerkse houding”
Vijf jaar na het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Cuba glijdt het communistisch geregeerde eiland weer af naar een antikerkse houding. Dat heeft de aartsbisschop van de hoofdstad Havanna, kardinaal Jaime Lucas Ortega y Alamino, in een vraaggesprek met het rooms-katholieke persbureau Zenit in Rome gezegd.
De kerk wordt niet rechtstreeks aangevallen, maar er is sprake van een terugkeer naar de gedachte van de revolutie. Een Cubaan moet zich geheel aan de revolutie wijden. Voor een christen is dat bezwaarlijk, zegt Ortega. Van de andere kant wordt de kerk gezien als een instituut, dat de revolutie haar kracht en vitaliteit kan ontnemen.
In de betrekkingen tussen kerk en staat is er sinds het pausbezoek niets veranderd, aldus de kardinaal. Het bureau voor religieuze zaken, dat verantwoording schuldig is aan het centraal comité van de Communistische Partij, controleert nog steeds de kerk, zowel landelijk als plaatselijk.
Ortega heeft na het pausbezoek één keer met president Fidel Castro gesproken. Daarbij heeft hij heel concrete wensen ingediend, onder meer steun voor het diakonale werk van de kerk en toestemming om meer priesters uit het buitenland te kunnen aantrekken. Eerst kwamen er wat meer, maar de laatste drie, vier jaar is het aantal buitenlanders in de zielszorg gelijk gebleven.
Voor het onderwijs en de media geldt dat de kerk zich daar niet mee mag bemoeien. De scholen zijn van de staat. In de media vind je hooguit een stukje over de paus. Het is alsof de Rooms-Katholieke Kerk van Cuba niet bestaat, zegt Ortega.