Opinie

Gespletenheid in natuurbeleid

Het creëren van ”nieuwe natuur” is gebaseerd op een onjuiste tegenstelling tussen de natuur en de leefwereld van de mens, stelt ir. Peter Jansen. Het is beter om uit te gaan van de verwevenheid van beide.

18 September 2009 18:12Gewijzigd op 14 November 2020 08:42
„De natuurlijke wereld wordt beschouwd als van een andere orde dan de concrete leefwereld van mensen. Illustratief hiervoor is Tiengemeten. Oorspronkelijk werd dit eiland in het Haringvliet gebruikt voor akkerbouw, maar de laatste boer is in 2006 vertrokk
„De natuurlijke wereld wordt beschouwd als van een andere orde dan de concrete leefwereld van mensen. Illustratief hiervoor is Tiengemeten. Oorspronkelijk werd dit eiland in het Haringvliet gebruikt voor akkerbouw, maar de laatste boer is in 2006 vertrokk

Uit een recent onderzoek van TNS NIPO in opdracht van Natuurmonumenten blijkt dat een ruime meerderheid van de Nederlanders vindt dat de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) –het netwerk van aaneengesloten natuurgebieden– op tijd af moet om verder teruggaan van de natuur te voorkomen. Desnoods moet de overheid onteigenen of moeten natuurorganisaties bij slecht beheer de taak van de eigenaar overnemen.De manier waarop er over ”nieuwe natuur” wordt gesproken, roept bij mij bezwaren op. Wat wij ”natuur” noemen, is namelijk helemaal niet zo oorspronkelijk, maar veelal een door ecologen en landschapsarchitecten gepland resultaat, gebaseerd op een romantisch ”oerbeeld”. We kijken terug naar de periode dat de mens geen invloed had op de natuur; planten en dieren die in die periode leefden moeten terugkomen. We creëren natuur overeenkomstig ons beeld van wat natuur is.

Achter deze denkwijze gaat een visie schuil waarin de mens en de natuur tegenover elkaar worden gezet. Deze manier van denken is een gevolg van het natuurbeleid in de jaren zeventig en tachtig. De nadruk lag toen op bescherming van de natuur, waarbij de mens een belangrijke rol speelde. Door successen in spontane ontwikkeling van natuur in de Oostvaardersplassen, is het accent sinds de jaren negentig verschoven van natuurbescherming naar natuurontwikkeling. Sindsdien zijn we ijverig bezig ”nieuwe natuur” te creëren, waarvan de EHS een belangrijke manifestatie is.

Diversiteit

De positieve rol van de mens in het natuurbeleid heeft geleid tot een scheiding tussen de natuur enerzijds en de leefwereld van de mens anderzijds. Het is deze gespletenheid die ik bij het concept van de nieuwe natuur een bezwaar vind. De natuurlijke wereld wordt beschouwd als van een andere orde dan de concrete leefwereld van mensen. Illustratief hiervoor is Tiengemeten. Oorspronkelijk werd dit eiland in het Haringvliet gebruikt voor akkerbouw, maar de laatste boer is in 2006 vertrokken en het eiland is ”teruggegeven aan de natuur”.

Een sleutelwoord bij het natuurbeleid is variatie of diversiteit. In de woorden van de meest invloedrijke persoon in de Nederlandse natuurgeschiedenis, Victor Westhoff: „Natuurbehoud is het streven een zo groot mogelijke verscheidenheid te behouden.” De toe- of afname in de populatie of variatie van soorten wordt dan de belangrijkste graadmeter. Het gevaar van deze benadering is dat dit leidt tot een kwantitatieve manier van denken over de natuur en dat we alles vanuit een dit perspectief gaan benaderen. De werkelijkheid wordt dan gereduceerd tot wat te tellen, te meten en te wegen is.

Maar een berekende omgang met de natuur leidt logischerwijs tot beheersing door de mens. We zien dit terug bij de implementatie van het nieuwe natuurconcept. Ecologen en landschaparchitecten zijn technologen geworden; we bouwen ecoducten en om natuur te creëren gebruiken we innovatieve technieken en grote machines.

Reductie

In mijn optiek hebben we het in het natuurbeleid te veel over de relatie van de mens met het natuurlijke deel van de werkelijkheid. De concrete leefwereld van de mens wordt hierbij gereduceerd. Het zou echter veel meer moeten gaan over onze houding ten aanzien van héél de werkelijkheid. In plaats van in termen van gespletenheid zullen we meer moeten praten in termen van verwevenheid tussen de natuur en de leefwereld van de mens.

We zien een dergelijke benadering terug bij het natuurbeleid van andere Europese landen, zoals Duitsland. Natuur en landbouw zijn daar beheersmatig met elkaar verbonden en ruimtelijk verweven. Ondanks dat men ook daar het principe van ecologische netwerken nastreeft, is het Duitse beleid erop gericht beide functies te laten bestaan en met elkaar in overeenstemming te brengen (”Kulturlandschaften”).

De leefwereld van de mens en de natuur moeten niet van elkaar gescheiden worden, zoals nu veelal gebeurt met de realisering van de EHS. Het is beter om de werkelijkheid te benaderen als één geheel waarin je twee polen kunt onderscheiden, die niet van elkaar gescheiden kunnen worden: een sterk natuurlijke pool en een sterk culturele pool.

De werkelijkheid als één geheel zien impliceert dat natuur en cultuur niet elkaars tegenovergestelde zijn, maar twee elementen van dezelfde realiteit die even waardevol zijn. De natuurlijke waarde van iets kan namelijk niet bestaan zonder zijn culturele waarde. Maar er is ook geen cultuurwaarde zonder zijn natuurwaarde, aangezien cultuur opgevat kan worden als het ontsluiten en dus een bestemming geven van de natuurzijde van de werkelijkheid.

IJsvogel

Cultuur is geen vijand van de natuur en de natuur is niet een ander niveau van bestaan. Verwevenheid betekent verantwoordelijkheid voor beide aspecten van een gegeven werkelijkheid. De gegeven structuren zijn de condities voor ons bestaan en impliceren dat alle aspecten van de werkelijkheid waardevol zijn. De ervaring van het leven in en het gebruikmaken van deze werkelijkheid maakt het leven betekenisvol. Een koe kan dan net zo betekenisvol zijn als een ijsvogel; een klaproos is dan net zo goed natuur als een orchidee.

Als we de betekenisvolheid van heel de werkelijkheid als uitgangspunt nemen bij het natuurbeleid, zorgt dat voor minder stress in de relatie mens en natuur. In ieder geval levert het minder boze boeren op die zo nodig onteigend moeten worden omdat er koste wat het kost een EHS gerealiseerd moet worden.

De auteur bereidt een proefschrift voor over de vooronderstellingen in de communicatie over het natuurbeleid. Hij is docent onderzoek en ethiek aan de Christelijke Hogeschool Ede en tevens verbonden aan het lectoraat religie in media en openbare ruimte van deze hogeschool.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer