Eenderde meer windmolens in EU
Het gebruik van windenergie in de Europese Unie neemt sterk toe. Afgelopen jaar steeg de totale capaciteit met bijna 34 procent tegenover 2001. In totaal konden windmolens in heel Europa eind vorig jaar maximaal 23.056 megawatt opwekken, afhankelijk van de windsterkte. De investeringen namen vorig jaar met 5,8 miljard euro toe. Dat blijkt uit cijfers van de Europese Windenergie Associatie (EWEA).
Duitsland, Spanje en Denemarken beschikken over 90 procent van de totale opwekkingscapaciteit van windmolens. In Duitsland draag windenergie nu al voor 4,7 procent bij aan de totale elektriciteitsbehoefte. Denemarken heeft als relatief klein land veel geïnvesteerd in windmolens. Vorig jaar steeg de capaciteit met 17,2 procent tot 2.880 megawatt, waar Duitsland over een maximaal vermogen van 12.001 megawatt beschikt.
Nederland is in Europa een goede vijfde, na de drie eerder genoemde landen en Italië. Vorig jaar steeg de maximale capaciteit met 32,4 procent tot 688 megawatt. Luxemburg beschikt over slechts 16 megawatt aan windenergie. Van de grote lidstaten investeert Frankrijk naar verhouding erg weinig in groene energie uit de lucht. Vorig jaar ging de capaciteit wel met meer dan een derde omhoog, maar met een totaal vermogen van 145 megawatt blijven de Fransen verder achter bij andere lidstaten.