„We deden per ongeluk tóch de goede dingen”
Onvermijdelijke keuzes in onvermijdelijke omstandigheden, dat is volgens minister Bos van Financiën de kern van de Prinsjesdagstukken die hij gisteren aanbood aan de Kamer.
Exact een jaar terug zag Bos de toekomst nog zonniger in. De dag nadat de val van een grote Amerikaanse bank de al sluimerende kredietcrisis in de hoogste versnelling duwde, meldde hij de Kamer af te stevenen op de laagste schuldenlast sinds 1814.Die begroting van vorig jaar was natuurlijk véél te optmistisch.
„De economie ontwikkelde zich anders dan gerenommeerde instituten voorspelden. Achteraf moet je zeggen dat we met het stimuleren van de bestedingen precies de maatregelen namen die nodig zijn als je een recessie induikelt. Maar dat wisten we toen nog niet. Gek genoeg deden we dus, deels per ongeluk, wél de goede dingen.”
De oppositie verwijt u de rekening van de crisis niet bij de schuldigen te leggen, maar bij de gewone man.
„We besteden miljarden om gewone mensen te helpen. Zo investeren we in de bouw en houden we werkloosheidsuitkeringen op peil. Het bedrag dat we uittrekken voor burgers is vele malen groter dan het bedrag dat naar de banken is gegaan.”
Een maandenlange inventarisatie van bezuinigingen wacht. Maar u had toch al het lijstje-Gerritse?
„Die lijst betrof relatief simpele bezuinigingen. Een beetje minder hypotheekrenteaftrek hier, lagere uitkeringen daar. Nu gaat het om fundamentelere zaken: het totaal anders opzetten van de overheidsorganisatie.”
Snijden in de hypotheekrenteaftrek is dus simpel vergeleken met wat we straks mogen verwachten?
„De vraag hoe je de woningmarkt effectief kunt laten werken, hoe starters een betaalbaar huis kunnen krijgen, hoe je corporaties aan het bouwen krijgt; dat is een fundamentelere discussie dan, laten we zeggen: even 10 procent van de renteaftrek af te halen. Ik voer liever die eerste discussie.”
Verbreedt u daarmee niet onnodig een behapbaar financieringsprobleem tot een vraagstuk waarop kabinetten zich al jaren stukbijten?
„Het is in ieder geval een mooie ambitie. Soms zie je dat in crisistijden problemen zo heftig zijn dat dingen haalbaar worden die je normaal gesproken nooit voor mogelijk had gehouden. Die kans willen we grijpen.”
U schrijft in uw Miljoenenota over een morele agenda van normbesef, matiging en solidariteit. Heeft u daar al praktische ideeën bij?
„We proberen zelf het goede voorbeeld te geven. Daarom initiëren we de discussie over topbeloningen in de publieke en semipublieke sector. Daarnaast gaat het ook om vragen als: hoe pakken we excessieve beloningen aan in het bankwezen en onderwerpen we de sector aan meer en beter toezicht. Of daarbij het ei van Columbus zit, weet ik niet, maar het is wel essentieel.”