„Rechtstreekse steun aan afzonderlijke bedrijven kan alleen onder strikte voorwaarden op grond van een tijdelijke regeling die sinds 1997 bestaat. Het moet dan gaan om bedrijven die op 1 juli 2008 nog niet in moeilijkheden waren", tempert de minister de verwachtingen over hulp van de overheid.Hulp aan afzonderlijke bedrijven is in strijd met Europese regels die staatssteun verbieden. „En eigenlijk moet je het ook niet willen", vindt de minister. „De jaren tachtig, waarin nog bakken met geld naar de scheepsbouw gingen, liggen definitief achter ons. Er moet gesaneerd worden. Staatssteun leidt uiteindelijk tot economische verliezen, waarmee niemand gediend is".

De minister wil de bedrijven wel op een andere manier te hulp schieten. „Het is voor de ondernemers nog steeds een probleem om geld los te praten van de banken. Dat is begrijpelijk, omdat de banken ook weer hun financiële buffers moeten opbouwen. Maar we moeten wel bedenken dat het de bedrijven zijn die moeten zorgen voor economisch herstel door te investeren en te innoveren". De minister wil daarom „een steuntje in de rug" geven bij het aantrekken van krediet.

Het gaat dan om een verruiming de zogeheten GO–regeling, die grote ondernemingen beter in staat moet stellen om leningen aan te trekken, doordat de overheid garant staat voor de helft van het geleende bedrag. „Maar het is ook de bedoeling om bankgaranties onder deze regeling te brengen", zegt Van der Hoeven. „Bouwondernemers en de kapitaalgoederenindustrie kunnen hiermee hun voordeel doen".

Voor de kleinere ondernemers wordt een borgstellingsregeling verlengd en voor de snelgroeiende ondernemingen gaan de maximumbedragen van de zogeheten groeifaciliteit omhoog. Zij wil ook in overleg met het bedrijfsleven bezien hoe pensioenfondsen meer rechtstreeks kunnen investeren in bedrijven.

Alle aandacht lijkt nu uit te gaan naar de economische crisis, maar we mogen de klimaatcrisis daarbij niet vergeten", vindt de minister. „De economische crisis is ooit voorbij en we moeten blijven investeren in een schone industrie en hernieuwbare energie. Het komende jaar wordt daarop niet bezuinigd. Voor de periode daarna staat alles open.

Maar de bezuinigingen moeten wat de minister betreft wel gevonden worden in „efficiency", niet in vermindering van doelstellingen. En passant maakt ze duidelijk dat ze bij de subsidie voor groene stroom niet toe wil naar het Duitse systeem, zoals vaak wordt bepleit. „Ik wil geen openeinderegeling, waarvan de kosten niet te beheersen zijn. Wel gaan we toe naar een systeem met een opslag op de energierekening. Het beleid moet wat Van der Hoeven betreft gericht blijven op het vergoeden van de „onrendabele top" van de investering in groene energie.