Buitenland

Democratie in Afrika lijkt terrein te verliezen

De laatste maanden is de democratische rechtsorde in Afrika geregeld pootje gelicht. Het gaat niet goed met het democratisch gehalte op het armste continent, somberen analisten. Ze stellen een oude vraag: Afrika en democratie, gaat dat wel samen?

Mark Wallet
11 September 2009 20:27Gewijzigd op 14 November 2020 08:39
In het West-Afrikaanse landje Gabon liepen de verkiezingen vorige week uit op geweld. Betogers gingen woedend de straat op om de verkiezing van Ali Ben Bongo aan te vechten. - Foto AFP
In het West-Afrikaanse landje Gabon liepen de verkiezingen vorige week uit op geweld. Betogers gingen woedend de straat op om de verkiezing van Ali Ben Bongo aan te vechten. - Foto AFP

De laatst gehouden verkiezingen in Afrika verliepen traditioneel. Burgers in het West-Afrikaanse landje Gabon gingen vorige week woedend de straat op nadat bekend was gemaakt dat Ali Ben Bongo de presidentsverkiezingen van 30 augustus had gewonnen. In de tweede stad van het land, Port-Gentil, kwamen volgens de oppositie zeker vijftien mensen om het leven. De regering houdt het op drie. Feit is dat honderden inwoners de stad ontvluchtten.Nu is Ali Ben een zoon van de in juni overleden Omar Bongo, die het land ruim 41 jaar regeerde en niet bepaald te boek stond als de meest transparante regeringsleider. Hij putte onbekommerd uit de staatskist om zijn tientallen huizen en auto’s te kunnen bekostigen. Begrijpelijk dat de oppositie verbolgen is dat de dynastie-Bongo vrolijk aan de macht blijft. Op het eerste gezicht minder begrijpelijk is echter dat veel Gabonezen vader Bongo een uitstekende president vonden.

Die constatering maakt echter direct één ding duidelijk en dat is dat veel Afrikanen hun leiders met andere maatstaven beoordelen dan wij zouden doen. Als we nu weten dat een deel van de bevolking van Gabon leuk meeprofiteerde van de olierijkdommen van het land, wordt de steun voor vader Bongo begrijpelijker. Het land heeft bijna het hoogste bruto nationaal product van heel Afrika – wat overigens onverlet laat dat 30 procent onder de armoedegrens leeft.

Vooruitgang

Natuurlijk is Gabon –1,7 miljoen inwoners– Afrika niet. Afrika bestaat uit 54 onafhankelijke landen. De recente staatsgrepen in Mauritanië en Magdaskar kenden hun eigen dynamiek. En het feit dat de president van Niger, Mamadou Tandja, deze zomer de grondwet buiten werking stelde om langer aan de macht te kunnen blijven, wil nog niet zeggen dat zoiets in alle Afrikaanse landen mogelijk is. Net zo min als democratie in Italië hetzelfde is als in Zweden, kan heel Afrika zomaar over één kam worden geschoren.

Dat is één kant. De andere kant: net zo goed als er ook verbindende kenmerken zijn tussen Italië en Zweden, vallen er ook algemene lijnen te trekken voor Afrika.

Zo is het een feit dat Afrika na de val van de Muur in democratisch opzicht een grote sprong vooruit heeft gemaakt. In 1989 kenden niet meer dan zes Afrikaanse landen een meerpartijendemocratie en geregelde verkiezingen. Tien jaar later was er in alle landen, met uitzondering van Libië, een vorm van verkiezingen geweest. De bevolking dwong dictators als Étienne Eyadema in Togo en Ibrahim Babangida in Nigeria verkiezingen uit te schrijven.

Volgens het meest recente overzicht van het Afrikaanse onderzoeksbureau Mo Ibrahim uit 2008 boeken 31 van de 48 landen in Afrika onder de Sahara nog altijd vooruitgang op het gebied van een democratische regeervorm.

Overdadigheid

Maar wat is eigenlijk de meetlat voor democratie? Het verhaal gaat dat een Amerikaans burger eens een praatje maakte met de voormalige president van Tanzania, Julius K. Nyerere, en daarbij zijn afkeuring liet blijken over het feit dat Tanzania maar één politieke partij had. „Ach, in de Verenigde Staten hebben jullie ook maar één partij”, antwoordde Nyerere. „Maar in jullie gebruikelijke overdadigheid hebben jullie twee versies van die ene partij gecreëerd.”

Het maakt duidelijk dat er verschil is in de beleving van het concept democratie. De Tanzaniaanse president hekelde het feit dat de term door het Westen werd gereserveerd voor een meerpartijenstelsel. Volgens hem bleef de Afrikaanse (zijn) vorm van democratie dichter bij de bedoeling die de Grieken met het concept hadden: het regeren van een land door discussie onder gelijken. Het meerpartijenstelsel zag hij als een typisch westerse uitvinding.

Opmerkelijk detail is dat Nyerere ondertussen gemakkelijker afstand van de macht kon doen dan vele van zijn collega’s die schermden met een meerpartijenstelsel. Nyerere trad in 1985 vrijwillig terug, wat nog altijd hoogst ongebruikelijk is in Afrika.

In verklaringen van de Verenigde Naties over democratie is met nadruk de zin opgenomen dat „hoewel democratieën gezamenlijke waarden delen, er niet één vorm van democratie bestaat en dat democratie niet aan enig land of regio behoort.”

Bij die gezamenlijke waarden hoort overigens wel nadrukkelijk de ruimte voor meerdere partijen.

Etniciteit

Er is een koor van critici dat zegt dat democratie in Afrika feitelijk onmogelijk is omdat de loyaliteit aan de eigen etnische groep boven alles gaat. De stem gaat niet naar de kandidaat met het beste partijprogramma, maar naar iemand van hetzelfde volk. Als die eenmaal aan de macht is, verwacht zijn volk dat het door hem bevoordeeld wordt. Daarom wint vaak degene van de grootste etnische groep. Afrikaanse democratie is dan op zijn best een oxymoron.

Dr. Klaas van Walraven van het Afrika Studie Centrum in Leiden herkent de moeilijkheid. „In het Westen kennen we niet zulke sterke regionale vormen van politiek zoals in Afrika”, zegt hij op zijn werkkamer in Leiden. „De Afrikaanse samenleving is gebouwd rondom patroon-cliëntrelaties. Mensen kiezen geen programma’s, maar een patroonfiguur van wie zij een wederdienst verwachten.”

Daarnaast wijst hij erop dat een echte arbeidersklasse in veel Afrikaanse landen klein is. Er is vooral een grote boerenstand. „Sociaaldemocratische of liberale partijen zoals we die in het Westen kennen, sluiten dan ook niet aan.”

De wetenschapper zegt dat het daarom maar de vraag is in hoeverre de democratische orde die vanaf de jaren tachtig in Afrika is ingevoerd, ook werkelijk is geconsolideerd. „Er is maar een gering democratisch esprit onder de bevolking”, meent hij. Ofwel: een democratische structuur brengt nog geen democratisch denken bij kiezer en gekozenen met zich mee.

„Democratie kun je niet eten”, zegt de titel van een boek over de Congolese verkiezingen van 2006 van Alphonse Muambi.

China

Belangrijk om in gedachten te houden is ook dat Afrikaanse landen hun eigen ontwikkeling doormaken. Volgens Van Walraven gaat het Westen te veel uit van een lineaire ontwikkeling. „Een democratie kan zich ook schoksgewijs ontwikkelen of met de nodige terugvallen. De langetermijnontwikkeling is echter veel belangrijker.” Hoewel hij onderkent dat het op democratisch gebied momenteel onrustig is in Afrika, wil hij de situatie dus tegelijkertijd nuanceren.

Hij wijst erop dat de meeste landen waar recent problemen waren, niet bepaald een rustig imago hebben. De actie van president Tandja van Niger noemt hij „geen verrassing.” „Het was vanaf 1999 relatief rustig in Niger, maar hiermee pakt Tandja een draad op die lange tijd de geschiedenis van Niger doortrok en dus veel typerender is voor Niger dan de afgelopen tien jaar.” Mauritanië en Madagaskar kunnen evenmin bogen op een rustig verleden.

Een belangrijke factor in Afrika is ook de toenemende invloed van China. „De internationale context is aan het verschuiven, waardoor Afrikaanse leiders meer manoeuvreerruimte krijgen”, aldus Van Walraven. Het Westen heeft dus minder te zeggen en kan dus ook minder voorwaarden stellen. „Maar ja”, zegt hij. „China doet tenminste iets. Het Westen ziet het belang van Afrika niet meer zo.”

In het verleden speelden Afrikaanse leiders ook wel een retorisch spel, geeft de Afrikadeskundige aan. In veel landen was democratie volgens hem niet veel meer dan een façade. Maar omdat de leiders natuurlijk wel wisten wat het Westen wilde horen, speelden ze het spelletje netjes mee.

Mensenrechten

Alles wijst erop dat democratie en Afrika zich voorlopig moeizaam zullen blijven verhouden en er geen reden is tot overspannen verwachtingen. De eerste decennia meerpartijendemocratie hebben Afrika bovendien nog weinig vooruitgang gebracht.

Van Walraven zegt dat landen als Ethiopië en Nigeria vanwege de diversiteit aan volkeren ook nauwelijks democratisch te besturen zijn. „Een verlichte vorm van despotisme is misschien het beste waar je op kunt hopen.”

Dat wil echter niet zeggen dat lobbygroepen maar met de armen over elkaar moeten gaan zitten, nuanceert hij. „Het vraagstuk van de mensenrechten dwingt om altijd kritisch te blijven. En gebrek aan democratie en mensenrechtenschendingen liggen vaak in elkaars verlengde.”

De Afrikadeskundige vindt het gevaarlijk uitspraken over de toekomst te doen, maar verwacht in de nabije toekomst weinig verschuivingen. „Ik verwacht dat veel landen de komende vijf jaar door zullen sudderen op de ingeslagen weg van de afgelopen tien jaar.”

De wil om meer ruimte te scheppen voor democratie, leeft echter bij veel Afrikanen. In 2007 aanvaardde de Afrikaanse Unie een verklaring over democratie, verkiezingen en goed bestuur, met vele aanbevelingen tot verdere democratisering. Maar een verklaring van hoge heren zit nog niet zomaar in het hoofd van een boer op het platteland van Afrika. En ook niet zomaar in het hart van zijn president.

Op 15 september is het de voor de tweede keer Internationale Dag van de Democratie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer