Willen we berouw hebben over al onze zonden, dan moeten we weten uit Gods wet wat zonde is. Wij moeten de zware vloek van God vanwege de zonden kennen. De bezoldiging van de zonde is de eeuwige dood, zowel naar lichaam als naar ziel.De mensen bevredigen zich van nature in hun zonden. Al horen wij van Gods oordelen tegen de zonde, toch gaan we steeds verder in de zonden en vrezen niets. Eer we zien wat zonde is, en Gods vloek over de zonde zien, zullen we nooit ons geweten onderzoeken en zien hoe onze zonden het verwond hebben. Ja, wij moeten bedroefd zijn over onze zonden en ze erkennen en belijden door er vergeving over te smeken. We moeten dan hongeren en dorsten naar Christus Jezus, aan onze ziel toegepast door het geloof, met overtuiging van vergiffenis. Wanneer iemand vanwege zijn zonden waarlijk vernederd wordt en ernstig om vergeving ervan met zuchten en gesteun smeekt, dan wil de Heere Zijn gezegende Geest in zijn ziel zenden om ons Gods barmhartigheid te betuigen. Die barmhartigheid is de vergeving van onze zonden, opdat onze wonden in het geweten genezen worden.

Samuel Smith, predikant te Pritte-Well in Essex

(”Het laatste oordeel”, 1621)