Kabinet strijdt tegen de natuur
Het kabinet wil kinderopvang binnen ieders bereik brengen. Daarmee negeert het de kwalijke gevolgen van de opvang voor de kinderen zelf. Christenen zouden zich de waarschuwingen ter harte moeten (blijven) nemen die van gedegen onderzoek uitgaan, en een halt moeten toeroepen aan ontwikkelingen die ook in de gereformeerde gezindte dreigen door te gaan.
”Ladders in de zwarte kous” was de sprekende kop boven een paginagroot artikel deze zomer in het dagblad Trouw. Het was een verhaal over moeders uit de gereformeerde gezindte en hun problemen met de combinatie van arbeid en zorg. Aan het woord kwamen vooral jonge vrouwen die het anders dan hun moeders niet meer vanzelfsprekend vinden om na hun trouwen zonder morren thuis te blijven en voor manlief en de kinderen te zorgen. De emancipatie schrijdt ook onder de bevindelijk gereformeerden voort, zo bleek al uit het onderzoek ”De eeuw in het hart” uit 1998.
Samen met enkele andere reformatorische organisaties organiseerde het studiecentrum van de SGP daags na dit Trouw-artikel een bijeenkomst over kinderopvang. En ook daar bleek dat de ontwikkelingen voortschrijden. Naast krachtige tegengeluiden was ook de roep om eigen kinderopvang duidelijk hoorbaar.
Nieuwe wet
Staatssecretaris Vliegenthart heeft vorige week een nieuw wetsvoorstel voor de kinderopvang naar de Tweede Kamer gestuurd. Het doel van die wet is kinderopvang binnen ieders bereik te brengen. Met de financiële steun van de overheid –die niet meer via de gemeenten naar de instellingen gaat, maar via de Belastingdienst rechtstreeks naar de ouders– moet er meer particulier initiatief komen, waardoor het aantal plaatsen in de kinderopvang niet alleen zal toenemen, maar die opvang ook goedkoper zal worden. Bovendien hebben niet alleen werkende ouders vanaf 2004 recht op kinderopvang, maar ook andere doelgroepen, zoals bijstandsmoeders.
Het is duidelijk dat de emancipatie van de vrouw de leidende gedachte achter dit voorstel is. De zorg voor de kinderen is immers een belangrijke, zo niet de belangrijkste belemmering voor vrouwen om te gaan werken en economisch zelfstandig te worden. Maar de echte rekening krijgen de kinderen uiteindelijk gepresenteerd, ook al verzekert Vliegenthart in een toelichting op het wetsvoorstel dat kinderen „geen nadelige gevolgen” ondervinden van het dagenlange verblijf in de zaaltjes van de instellingen.
Harmonie
Niets is minder waar. De Engelse onderzoeker Jay Belsky heeft kinderen die hun levensloop in de kinderopvang zijn begonnen, tien jaar lang gevolgd. Voor de duidelijkheid: Belsky is geen conservatief of christen die dacht nu eens fijn aan te tonen hoe schadelijk kinderopvang is. Hij is als psycholoog verbonden aan Birckbeck College, volgens Roger Scruton –die er ook werkte– „het hart van het linkse establishment.”
Maar feiten zijn feiten en Belsky kon niet anders dan vaststellen dat kinderopvang grote risico’s voor de ontwikkeling van de kinderen met zich meebrengt. Jonge kinderen hebben de aandacht en zorg, warmte en harmonie nodig die alleen verantwoordelijke en fijngevoelige ouders hun kunnen geven. Waar die ontbreken –en dat is in de kinderopvang het geval– leidt dat bij kinderen tot agressie, ongehoorzaamheid en onzekerheid in het aangaan van bindingen, stelde Belsky vast. Moeders die hun kinderen verschillende keren per week bij een opvangplaats afzetten, zouden zich daarover schuldig moeten voelen.
Belsky heeft inmiddels moeten ondervinden dat zijn boodschap niet populair is bij een groot deel van de bevolking en dat hij om die reden in tal van media verdacht wordt gemaakt. Dat is alleen te verklaren vanuit de ideologische bevlogenheid van de voorstanders van kinderopvang, vermoedt ook Belsky zelf. In Nederland zijn het al jarenlang de progressieve partijen die zich voor deze zaak inzetten. Met de kwalijke gevolgen van dat beleid worden ook zij geconfronteerd. Maar tegen de onvermijdelijke stijging van de jeugdcriminaliteit wordt dan een hard optredende overheid in stelling gebracht, die de problemen moet gaan oplossen die zij mede zelf heeft veroorzaakt. Voor die causale relatie sluiten de meeste politici de ogen.
Hooivork
Dat ook vrouwen uit de gereformeerde gezindte een steeds betere opleiding genieten en als gevolg daarvan kunnen lijden aan een „frustrerende onderbelasting” (Trouw) wanneer zij niets anders dan zorgtaken om handen hebben, is een niet te negeren probleem. Maar het is niet zo goed voorstelbaar dat zij het uitgangspunt delen dat mannen en vrouwen volstrekt gelijke kansen moeten hebben op ontplooiing en economische zelfstandigheid.
En het is evenmin voor te stellen dat zij en hun echtgenoten, met de waarschuwingen van Belsky in het hoofd, de fouten zullen willen herhalen die de politiek willens en wetens begaat en hun kinderen buiten de eigen kring van gezin en familie bij derden te vondeling zouden willen leggen.
Het beleid en de problematische terugslag daarvan in de praktijk, is een schoolvoorbeeld van de waarheid van een regel van de Latijnse dichter Horatius: „Je kunt wel denken de natuur met een hooivork te kunnen verdrijven, maar zij eist toch haar rechten weer op.”