’Fort Oranje’ weer even Oranje
ALBANY (ANP) – De Amerikaanse stad Albany, bijna vier eeuwen geleden gesticht als Fort Oranje, was dinsdag weer even Oranje. In de middag brachten prins Willem–Alexander en prinses Màxima een bezoek aan de hoofdstad van de staat New York. Ze hadden er een ontmoeting met de burgemeester en de gouverneur van de staat New York, David Paterson.
Met hun bezoek traden de prins en prinses in de voetsporen van hun (schoon)moeder. De toenmalige prinses Beatrix deed Albany aan in 1959, toen werd herdacht dat VOC–kapitein Henry Hudson 350 jaar geleden zijn historische zeereis naar het huidige New York had gemaakt. Eén kamer in de officiële residentie van de gouverneur draagt nog altijd de naam van de vorstin: de Princess Suite.Naast New York is ook Albany doorspekt van Nederlandse koloniale geschiedenis. Hudson voer al in 1609 naar de plek, op zoek naar een zeeroute door het Amerikaanse continent. Toen hij merkte dat het niets zou opleveren, keerde hij terug naar Manhattan. Kooplieden van de West–Indische Compagnie hadden wel interesse in de plek vanwege de handel in beverpelzen met de indianen. In 1624 stichtten ze Fort Oranje, het eerste Nederlandse permanente fort in Amerika.
Willem–Alexander en Màxima snoven wat van die geschiedenis op door een ontmoeting met directeur Charles Gehring van het New Netherland Institute in de plaatselijke bibliotheek. Gehring is daar al dertig jaar bezig de geschiedenis van de Nieuw–Nederland tot leven te brengen. Aan de hand van vertalingen van grotendeels beschadigde en moeilijk te ontcijferen zeventiende eeuwse documenten uit Nieuw–Nederland – verdragen, contracten, rechtbankverslagen, testamenten en dagboeken – probeert hij licht te werpen op de Nederlandse koloniale geschiedenis in Amerika. Inmiddels heeft hij 65 procent van de 1200 documenten vertaald.
Het leverde Gehring een benoeming op tot Officier in de Orde van Oranje Nassau, de hoogste onderscheiding die de koningin kan verlenen aan een niet–Nederlander. Ook kreeg hij een cadeautje uit Nederland: staatssecretaris Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken overhandigde hem een donatie van 200.000 euro om verder te werken aan de omvangrijke klus. De staat New York doet daar hetzelfde bedrag bij.