SDOK: Christenen in Pakistan ernstig bezorgd
Veel christenen in het overwegend islamitische Pakistan maken zich ernstig zorgen over de toekomst. „Christenen zijn honden.”
Het waren die woorden die op 1 augustus vanuit de luidsprekers van een moskee in Gojra klonken. „Christenen zijn honden. Val hun bezittingen aan.”Dat gebeurde vervolgens ook. Honderden woedende moslims trokken de christelijke wijk van de stad in, een chaos veroorzakend. Maar erger: zeven christenen kwamen om het leven.
Twee dagen eerder was in het nabijgelegen Korian, vier uur rijden van de Pakistaanse stad Lahore, min of meer hetzelfde gebeurd. Een menigte moslims drong ook daar de woningen van christenen binnen. Vijfenzeventig huizen gingen in vlammen op, of werden anderszins verwoest.
„De politie stond erbij en keek ernaar”, zegt Edwin Baelde. Op het kantoor van Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK), in Hoogblokland, laat hij beelden zien van de recente gebeurtenissen. Vorige week keerde de SDOK-directeur terug van een bezoek aan het land. „Hier in Gojra hebben we gelopen. Aangrijpend. Maar de autoriteiten doen er alles aan om de sporen van het geweld zo snel mogelijk weg te werken – uit vrees voor imagoschade.”
Behalve enkele getroffenen (onder wie een christelijk meisje, Sandal, dat in de gevangenis zit), sprak Baelde Joseph Francis, directeur van de christelijke mensenrechtenorganisatie Claas. Deze werd begin juli gearresteerd: hij zou een moslimmeisje tot het christelijk geloof hebben bekeerd. Na twee weken kwam hij weer vrij.
Een direct verband tussen zijn arrestatie en de gebeurtenissen in Korian en Gojra is er niet. „Een paar dagen na zijn vrijlating liep Francis ook alweer vooraan in een optocht, om aandacht te vragen voor de omstandigheden waarin de christenen in zijn land verkeren.”
Baelde: „Wat álle Pakistaanse christenen die ik heb gesproken ons meegaven, is: het gaat niet goed. Ook omdat gerechtigheid ontbreekt. En dat is waarom we als SDOK aandacht voor hen vragen. Deze christenen hebben vooral ons gebed nodig.”