In Saarland aan de Franse grens en Saksen en Thüringen in het oosten bleef de CDU bleef weliswaar de grootste partij, maar in Saarland en Thüringen verloren de conservatieven hun meerderheid en kunnen ze ook geen centrumrechtse coalities meer vormen. In Saksen kan de CDU wel de samenwerking met de sociaaldemocratische SPD verbreken en gaan regeren met de centrumrechtse FDP.In het aan Nederland grenzende Noord-Rijnland-Westfalen, waar nieuwe gemeenteraden en burgemeesters werden gekozen, kwam de CDU wel sterk uit de bus. Volgens Duitse media heeft de partij met 40,4 procent van de stemmen slechts 3 procent minder gescoord dan vijf jaar geleden. Ook de sociaaldemocraten verloren licht. Ze zouden op 31,3 procent zijn uitgekomen.

Merkels grootste rivaal in de Bondsdagverkiezingen op 27 september, SPD-minister van Buitenlandse Zaken Frank Steinmeier, verkneukelde zich over de „dramatische verliezen” van de CDU en zei dat de verkiezingen geheel open zijn. Hij ging daarbij voorbij aan de povere resultaten van zijn partij, die zwak staat in de peilingen.

De CDU ging in Saarland terug van 47,5 procent van de stemmen in 2004 naar 34,5 procent nu. De grote winnaars zijn Die Linke van oud-SPD’er Oskar Lafontaine die meer dan 20 procent kregen. De SPD zou daar nu samen met Die Linke en de Groenen een coalitie kunnen vormen. Dat zou de eerste van deze kleur zijn buiten de voormalige DDR.

In alle drie deelstaten boekte de FDP winst. Merkel, wier partij in de peilingen een ruime voorsprong heeft op de SPD, wil na de Bondsdagverkiezingen in staat zijn de ‘grote coalitie’ met de SPD te beëindigen en verder te gaan met de FDP.

In Saksen viel de extreem rechtse NDP terug van 9,2 naar 5,4 procent, net boven de drempel van 5 procent in het deelstaatparlement vertegenwoordigd te blijven.