Nalaten
„Hoort, gij hemelen, en neemt ter ore, gij aarde, want de Heere spreekt.”Jesaja 1:2
Men zondigt als men nalaat het Woord van God ijverig te lezen, eerbiedig te horen, godvruchtig te overdenken en heilig te betrachten. Het is ook zonde als men anders doet en leeft dan dat Woord eist. De Heere zegt tot zulke mensen: „Wat hebt gij Mijn inzettingen te vertellen en neemt Mijn verbond in uw mond?” (Psalm 50:16).Men zondigt ook in Gods huis als men de onderlinge bijeenkomsten nalaat en weigert God aldaar de eer te geven met eerbied en vreze, met die lof en aanbidding, die Hem toekomt. Hij verwerpt dan moedwillig de middelen tot zijn eigen behoud. Zij zeggen met de Israëlieten (in Maleachi 3:14): „Het is tevergeefs God te dienen, want wat nuttigheid is het dat wij Zijn wacht waarnemen?”
Men zondigt ook als men kwaad spreekt met valse lippen en hatelijke woorden van Gods volk in hun hemelsgezinde wandel, die nauwgezet is, godvruchtig, met een afkeer van alles wat ertegen strijdt. Opdat zij zuchtend uitroepen: „O God der wraken, o Heere, God der wraken, verschijn blinkende, Gij Rechter der aarde, verhef U; breng vergelding weder over de hovaardigen” (Psalm 94:1-2).
Jeremias Hollebeek,predikant te Leiderdorp
(”De zonde, de oorzaak van Gods oordelen”, 1747)