School moet aantonen dat fuseren nodig is
Het kabinet wil toch een fusietoets opleggen aan scholen die samengaan, ondanks kritiek daarop van de Raad van State.
Minister Plasterk en de staatssecretarissen Van Bijsterveldt en Dijksma (Onderwijs) hebben gisteren een wetsvoorstel met zo’n fusietoets naar de Kamer gestuurd.Onderwijsinstellingen die willen fuseren, moeten vanaf volgend jaar een zogeheten fusie-effectrapportage (FER) opmaken. Die rapportage moet ingaan op de vraag waarom de fusie nodig is, of er alternatieven zijn en wat de kosten en baten zijn. Verder moet de FER ingaan op de gevolgen van de fusie voor de keuzevrijheid en voor personeel en leerlingen. Ook moet duidelijk gemaakt worden hoe er over de fusie wordt gecommuniceerd en hoe die wordt geëvalueerd.
Direct belanghebbenden, zoals studenten, docenten en ouders, moeten bij een fusie in de plannen gekend zijn. De medezeggenschapsraad moet ermee akkoord gaan. De minister geeft dan een definitief oordeel over de fusie.
De bewindsman kan de fusie tegenhouden als blijkt dat het besluitvormingsproces niet zorgvuldig is geweest of als de keuzevrijheid van ouders en leerlingen te veel wordt aangetast.
De fusietoets geldt in principe voor alle soorten onderwijs, met dien verstande dat de toets bij basisscholen alleen nodig is als door de fusie een school ontstaat met meer dan 500 leerlingen of een bestuur waar meer dan tien scholen onder vallen. Wel is het zo dat alle basisscholen die gaan fuseren in elk geval een fusie-effectrapportage moeten opstellen.
De Raad van State heeft stevige kritiek op het wetsvoorstel. De raad stelt in zijn advies over de wet dat elke schaalgrootte in het onderwijs voor- en nadelen heeft. Weging daarvan kan niet van bovenaf worden uitgevoerd, meent het adviescollege.
Evenmin is er volgens de raad bewijs voor samenhang tussen kwaliteit van het onderwijs en de schaalgrootte van de school. Verder vormt het wetsvoorstel in de ogen van de Raad van State een administratieve lastenverzwaring voor scholen en is het in strijd met eerder overheidsbeleid, dat er juist op gericht was om fusies te bevorderen.
Plasterk zei gisteren dat hij het wetsvoorstel desondanks bij de Kamer indient. „Wij willen, als daar aanleiding toe is, een politiek oordeel kunnen vellen of schaalvergroting wenselijk is of niet.” In uitzonderlijke gevallen, stelt hij, kunnen de gevolgen van een fusie voor de keuzevrijheid van leerlingen en docenten zo groot zijn dat de fusie ongewenst is.
Het is niet de bedoeling van de bewindslieden om alle fusies voortaan tegen te houden of schaalverkleining te bevorderen.
Scholen die geen fusietoets maken, kunnen voor straf financieel worden gekort.