„Ontvang zeelui in barmhartigheid”
„Bij de term zeebonk hebben mensen het standaardtype in hun hoofd van een ruig figuur met in elke stad een schat”, aldus havenpastor Joost de Bruijn. „Maar zeevarenden hebben ook gevoelens.”
De Bruin, havenpastor in Rotterdam, organiseerde vanuit de Nederlandse Zeemanscentrale een fototentoonstelling over het havenpastoraat, die op dit moment te zien is in het Zee- of Havenmuseum in IJmuiden. De foto’s hebben als doel om het beeld van „zeevarenden” – „daar horen zowel mannen als vrouwen bij” – te verrijken en waar nodig bij te schaven.De foto’s zetten tevens het havenpastoraat op de kaart, vertelt De Bruijn in het Zeemanshuis aan de Willemskade in Rotterdam. „In een tijd van crisis en teruglopende subsidies moet je roeien met de riemen die je hebt om jezelf aan een groot publiek bekend te maken.”
Zo’n twintig foto’s met korte bijschriften laten het werk zien van pastors, diaconaal werkers en andere vrijwilligers in de havens van Amsterdam, Rotterdam, Vlissingen en in de Groninger havens in de monding van de Eems. „Maar het werkgebied is breder. Het omvat ook andere havens in Nederland, zowel zeehavens als havens voor binnenvaartschippers. Ik verzorg soms zelfs diensten in Mannheim.” In de Duitse stad komen de Rijn en de Neckar bij elkaar.
De pastores functioneren als pastor en vertrouwenspersoon tegelijk, aldus De Bruijn. Bij problemen tussen kapitein en zeelui bemiddelt De Bruijn of schakelt hij een vakbond in.
Om contact te leggen met het thuisfront of te ontspannen achter bar of biljarttafel kunnen de zeelui terecht bij de diverse zeemanshuizen. „Als volgelingen van Christus dienen we zeevarenden, van kapitein tot zeeman, en van elke nationaliteit, te ontvangen met barmhartigheid.” Gastvrijheid voor zeelui moet vanzelfsprekend zijn, vindt De Bruin. „Zij zijn de pijlers van de economie.”
Gevoed
De verschillende religies zijn voor de pastor geen drempel in de ontmoeting. Het zeemanshuis in Rotterdam, vlak bij de Erasmusbrug en tegenover de aanlegplaats van rondvaartboot Spido, heeft een kleine kapel waar „oecumenische diensten” worden gehouden. Dat geldt ook voor diensten die op verzoek aan boord worden gehouden. „Voor een zeeman maakt het soort kerkgenootschap niet veel uit, als hij maar spiritueel gevoed wordt.”
De pastores worden betaald vanuit verschillende kerken, zoals de Russisch-Orthodoxe Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Protestantse Kerk in Nederland. De PKN is de werkgever van De Bruijn.
Cultuurverschillen
Dat de zeelui het pastorale werk waarderen, staaft De Bruin met een wetenschappelijk onderzoek van de universiteit van Cardiff: 90 procent van de zeelui kan niet zonder pastoraat.
In zijn werk moet De Bruin moet wel rekening houden met cultuurverschillen. „Filipijnen zijn van huis uit rooms-katholiek, terwijl je bij Russen, als je door het ijs van koele rationaliteit breekt, toch ook een soort religie naar boven ziet komen.”
Soms is de pastor niet welkom aan boord, in veel gevallen omdat er een ongeluk is gebeurd, zoals het morsen van olie. „Over het algemeen is het in ieder geval zaak dat je als havenpastor avontuurlijk bent aangelegd en ook de brug kunt maken naar andere godsdiensten.”
Landrotten
De Nederlandse Zeemanscentrale krijgt diverse reacties op de expositie, weet De Bruijn. „Enkele kerken benaderden ons met de vraag of ze de foto’s ook mogen tentoonstellen. Verder hoorde ik soms aan verbaasde reacties dat er niet altijd oog is voor het werk in de havens.”
Betrokkenheid merkt de pastor bij kerken dicht bij de haven, zoals die van Rozenburg, een dorp ingeklemd tussen de Rotterdamse havens Botlek en Europoort. „Maar landrotten landinwaarts zouden meer betrokken mogen zijn.” De Nederlandse Zeemanscentrale geeft op verzoek presentaties over haar werk.
De fototentoonstelling is vanaf 2 september tot eind november te bezichtigen in het Zee- of Havenmuseum aan de Havenkade 55 in IJmuiden.