Apeldoorn moet Reesink bijna 1,8 miljoen betalen
De gemeente Apeldoorn moet de technische groothandel Reesink bijna 1,8 miljoen euro schadevergoeding betalen.
Dat heeft de rechtbank in Zutphen woensdagmiddag bepaald.In 1997 spraken Reesink en de gemeente af dat de gemeente Apeldoorn aan Reesink 12 hectare grond zou leveren. Reesink zou op dit terrein een nieuw bedrijf bouwen. In de loop van 1999 vond de gemeente Apeldoorn dat zij niet meer aan deze afspraak was gebonden.
De rechtbank Zutphen heeft op 18 januari 2001 vastgesteld dat dat standpunt niet juist was. De gemeente Apeldoorn werd door de rechtbank veroordeeld tot levering van een deel van de grond zodra aan Reesink een bouwvergunning zou zijn verleend voor de nieuwbouw.
Op 14 januari 2002 is de grond daadwerkelijk geleverd, veel later dan oorspronkelijk afgesproken.
Reesink stelde de gemeente daarop aansprakelijk voor de geleden schade. Dit leidde tot een procedure bij de rechtbank Zutphen. Die veroordeelde op 28 mei 2003 de gemeente Apeldoorn om alle door Reesink geleden schade te vergoeden. Over de hoogte daarvan raakten de gemeente en Reesink het niet eens, waarop het bedrijf opnieuw naar de rechter stapte. In deze procedure werd woensdag uitspraak gedaan.
Volgens Reesink bedroeg de schade ruim 40 miljoen euro. De gemeente Apeldoorn ging uit van een veel lager bedrag.
In een eerste reactie laat de Apeldoornse wethouder Spoelstra weten zich in belangrijke mate te kunnen vinden in de uitspraak. Apeldoorn heeft volgens hem nooit ontkend dat er fouten zijn gemaakt in de “kwestie-Reesink”, maar betwistte wel de hoogte van de claim door het bedrijf.
Burgemeester en wethouders hopen nu dat er met deze uitspraak een punt gezet kan worden achter deze langlopende kwestie.