Strafwerk
Op het gevaar af dat jonge lezers al bij de eerste alinea afhaken, omdat ”vroeger” weer eens van stal wordt gehaald, toch maar deze eerste vraag: Bij welke meester, juf of lera(a)r(es) op de basisschool dan wel in voortgezet onderwijs liepen de lessen het meest gesmeerd en waren de resultaten van leerlingen over het algemeen bovengemiddeld?
In ieder geval níét bij de onderwijsgevenden die veelvuldig met strafwerk op de proppen kwamen. Lessen waar het –in scholierentaal– een keetzooi was, waren bepaald niet de beste, vooral niet voor docenten en goedwillende klasgenoten. Strafregels schrijven of uit de les sturen, hielp op zijn gunstigst tijdelijk.Wat bleken daarentegen zinvolle –althans in de ogen van pedagogen, serieuze opvoeders en leergierige kinderen– lesuren? Dat waren de blokken in het rooster waarop een man of vrouw voor de klas stond die met enthousiasme, liefde én gezag lesstof wist over te dragen.
Tot zover vroeger, geen tijd om te verheerlijken overigens, al is de neiging daartoe wel verklaarbaar.
Want vandaag de dag valt het al helemaal niet mee op scholen, afgaande op een onderzoek van het maandblad J/M. Een opvallend groot deel van de ouders is weinig enthousiast over het onderwijs dat hun kinderen krijgen. Samengevat komt de wens uit de bus dat strafwerk uit de taboesfeer mag. Scholen moeten strenger, ordelijker en gedisciplineerder worden.
Dat impliceert dat scholen dat niet of te weinig zijn. Daar zit iets in. Verschillende onderwijsdeskundigen hebben niet zo veel met studiehuisachtige systemen, waarbij soms zelfs klaslokalen zijn afgeschaft en leerlingen in één grote ruimte onderwijs ontvangen. Uiteraard kunnen niet alle scholen over deze kam worden geschoren.
Rust, reinheid en regelmaat, aldus een hoogleraar, zijn een veel grotere garantie op goede prestaties. Die waarden sluiten prima aan op de door de ouders zo gewenste punten van strengere scholen met meer orde en discipline.
Aan de andere kant is het te kort door de bocht om te blijven steken in de verzuchting dat scholen zo soft zijn en dat leerkrachten maar eens weer ouderwets strafwerk moeten gaan uitdelen. De problemen steken dieper. Scholen hebben op te boksen tegen een jeugdcultuur waarbij het leven vooral leuk moet zijn, en waarbij niet te veel moet worden opgelegd.
Dat gaat natuurlijk nooit werken, al helemaal niet met een portie strafwerk. Onderwijs ís niet per definitie leuk. Leren en studeren betekenen niet zelden ploeteren, het uiterste van jezelf vragen, keuzes maken. School is het voorportaal van een maatschappelijk leven dat dikwijls hard en ingewikkeld is.
Een serieuze, voorbereidende investering gedurende de schooltijd is dan helemaal niet te veel gevraagd van de jeugd. Het is pure noodzaak, nog los van de Bijbelse eis dat we hebben te woekeren met onze talenten.
Strengere scholen zijn in die optiek dus prima, maar ouders mogen de claim niet eenzijdig bij het onderwijs neerleggen. Een mentaliteitsverandering bij veel opvoeders én bij scholieren zou al grote winst opleveren. En dan kan het zelfs zonder strafwerk.