Opinie

Lees oordeel hof in zaak tegen SGP goed

De interessantste juridische vraag rond het proces tegen de SGP is wat er zal gebeuren als ook de Hoge Raad oordeelt dat de ongelijke behandeling van vrouwen door de SGP in strijd is met de wet. Dat stelt Rob Kooijman, die vindt dat dit aspect in een samenvatting van zijn artikel in Openbaar Bestuur in deze krant is blijven liggen.

21 August 2009 20:48Gewijzigd op 14 November 2020 08:30

In ”SGP en erven” (RD 1-7) bespreekt Arjan Klaassen mijn artikel in het tijdschrift Openbaar Bestuur over hoe de SGP de ongelijke behandeling van vrouwen intern heeft geregeld.Hij schrijft dat ik concludeer dat „zowel het Proefprocessenfonds Clara Wichmann als het hof heeft zitten slapen.” Maar zou ik al in mijn louter juridisch-technische artikel menen dat er iemand heeft zitten slapen, dan zijn het de advocaten van de staat.

Klaassen vat goed samen dat ik heb vastgesteld dat de SGP na de statutenwijziging van 2006 de ongelijke behandeling van vrouwen alleen met een besluit heeft geregeld. De statuten, het algemeen reglement en het program van beginselen als een geheel van te onderschrijven overtuigingen zijn alle drie oké. Niemand heeft dit ingezien, ook niet degenen die in gerespecteerde juridische tijdschriften een commentaar schreven op het oordeel van het hof.

Als de advocaten van de staat het hadden ingezien, dan hadden zij tegen het hof kunnen zeggen: „Hof, als u oordeelt dat de ongelijke behandeling van vrouwen bij de SGP in strijd is met de wet, en wij zijn het daarmee oneens zoals u weet, dan moet u de wet toepassen die regelt dat een besluit van een vereniging dat in strijd is met de wet, nietig is. De SGP heeft de ongelijke van vrouwen namelijk alleen met een besluit geregeld. U moet dus uitspreken: Nietig! En die nietigheid betekent dat de ongelijke behandeling van vrouwen bij de SGP formeel is beëindigd. Een nietig besluit hoeft niet ongedaan te worden gemaakt met een ander besluit bij de SGP. De staat hoeft dus geen maatregel meer te nemen tegen de SGP.”

Het oordeel van het hof is bekend. Het hof heeft het zelf ook niet ingezien.

Vaststelling

Klaassen beëindigt zijn artikel ermee dat ik toegeef „dat de kwestie van geen belang is, indien de Hoge Raad hoe dan ook oordeelt dat het vrouwenstandpunt niet in strijd met de wet is.” Dat is inderdaad mijn juridisch-technische vaststelling.

Maar de interessante juridische vraag die ik in mijn artikel opwerp, is nu juist of de kwestie van belang is als ook de Hoge Raad oordeelt dat de ongelijke behandeling van vrouwen bij de SGP in strijd is met de wet. Wordt de uitspraak van het hof dan vernietigd? Of volgt een herzieningsprocedure, want de advocaten van de staat zijn natuurlijk nu klaarwakker.

Saillant is dat het hof de term ”vrouwenstandpunt” reserveert voor de door de leden te onderschrijven overtuiging van de SGP, en niet voor de ongelijke behandeling van vrouwen bij de SGP. Misschien moet Klaassen, evenals velen met hem, dat nog maar even nalezen in het oordeel van het hof.

De auteur is juridisch en wetenschapshistorisch onderzoeker.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer