Binnenland

Met de wet heeft Tiengeboden niet veel

Buurtschap Tiengeboden, op een steenworp afstand van Nijmegen, heeft een betekenisvolle naam, maar of de inwoners die waarderen is de vraag. „Ik zie de morele waarde van de wet niet in.”

21 August 2009 19:26Gewijzigd op 14 November 2020 08:30

Zoeken naar het gehucht Tiengeboden op de Ooijse Bandijk is geen vervelende klus. De dijk ligt pal aan natuurgebied de Oude Waal, een eldorado voor vogelliefhebbers. ­Water-,­ moeras- en zangvogels gebruiken de polder om de zomer of winter door te brengen. Op de achtergrond is het silhouet van Nijmegen met de Waalbrug te zien.Bij navraag blijkt Tiengeboden pal aan de dijk te liggen. De buurtschap bestaat uit een rij van vijf idyllische witte huisjes met groene luiken. De woningen zijn ruim honderd jaar geleden voor arbeiders van de steenfabriek in het nabijgelegen Ooij gebouwd. Zij verwerkten klei uit de Ooijpolder tot stenen.

De arbeidershuisjes waren bedoeld voor dubbele bewoning, dus voor tien gezinnen. Vandaar de naam Tiengeboden. In een schuur achter het huis hielden de gezinnen een varken.

Bij een van de huizen staat de deur open. Na een korte klop verschijnt er een oudere man in de deuropening, gekleed in een witte spijkerbroek, witte blouse en een bruin sjaaltje.

Portrettekenaar Frans Couwenbergh (75) woont sinds 1976 in een van de witgeschilderde dijkhuisjes. Het voorhuis, ingericht als werkruimte, staat vol met boeken. Uit een radio komt klassieke muziek. Aan de muren hangen tientallen schilderijen, voornamelijk van meisjes en vrouwen. Eén meisje met een buitenlands uiterlijk en dromerige ogen is vaak te zien. „Dat is Cleo, de dochter van mijn derde vrouw. Ze is op 13-jarige leeftijd overleden aan een auto-immuunziekte.”

In de jaren vijftig logeert Couwenbergh tijdens de vakanties regelmatig met zijn gezin in Tiengeboden. Als de gemeente Ubbergen de steenfabriek eind jaren zestig wil sluiten en de arbeiderswoningen wil slopen, krijgt hij de mogelijkheid een van de huizen te kopen voor 1300 gulden. „Mijn vrouw zag het niet zitten om in deze gribus te wonen. Er was destijds geen waterleiding en we hadden een paar kleine kinderen. Maar ik had mijn hart verpand aan deze omgeving.”

Nadat Couwenbergh zijn baan als leraar in Helmond kwijtraakt, vestigt hij zich definitief in Tiengeboden. Hij wordt er fulltime portrettekenaar.

Of Couwenbergh weet wat er met de Tien Geboden wordt bedoeld? Hij pakt een zelfgeschreven boek uit de kast met de titel ”Bestaat God? Over het ontstaan van onze religieuze gevoelens”. „Ik ben een echte atheïst, maar ik heb me wel verdiept in religie. Met de Tien Geboden heb ik niet veel. Ik mis er het vertrouwen in de eigen verantwoordelijkheid van de mens in. Ook zie ik er niet de morele waarde van in. Hoewel één dag in de week rust houden niet verkeerd is.”

Voorlopig heeft de Ooijenaar het nog goed naar zijn zin in Tiengeboden. „Het is hier een benijdens­waardig plekje. Ik woon dicht bij de stad, maar ondervind er niet de nadelen van, zoals criminaliteit. ­Bovendien houd ik van de natuur. Tot mijn sterven wil ik hier wel blijven.”

Dit is het negende deel in een serie over dorpen en gehuchten met een getal in de naam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer