Bush moet oorlog tegen Irak nog ‘verkopen’
De gemeenteraad van Chicago stemde enkele dagen geleden met 46 tegen één stem tegen een eenzijdig Amerikaans offensief tegen Irak. „Wij willen niet dat onze kinderen onnodig worden opgeofferd in een oorlog”, aldus gemeenteraadslid Dorothy Tillman tijdens het debat dat aan de stemming voorafging.
Chicago is niet de enige Amerikaanse stad waar gemeenteraden zulke resoluties steunen. In Ithaca, Kalamazoo, New York, San Francisco, Seattle en in tal van kleinere steden werden gelijkluidende verklaringen aangenomen. „Dat is niet verwonderlijk, want iedereen is tenslotte tegen oorlog”, meent burgemeester Richard Daley van Chicago. Die uitspraak wordt niet gedekt door de uitkomst van een opiniepeiling door het Pew Research Center.
Uit een representatieve opiniepeiling van Pew blijkt dat niet minder dan 76 procent van de ondervraagde Amerikanen voor een militair offensief is tegen Irak, als de VN-wapeninspecteurs daar chemische, biologische of nucleaire wapens ontdekken. Vindt men geen wapens, maar wel de capaciteit om zulke wapens te produceren, dan is nog maar 50 procent voor een militair optreden tegen Bagdad.
De Republikeinse regering-Bush staat op het standpunt dat de VN-wapeninspecteurs niet hoeven aan te tonen dat Bagdad over (door de VN) verboden wapens beschikt, maar dat Irak moet aantonen dat het die verboden wapensystemen heeft vernietigd. Als Bagdad dat niet kan aantonen, is dat voldoende reden voor militair optreden, aldus Bush. Volgens de Pew-peiling is 63 procent van de bevolking het daar niet mee eens.
De meeste peilingen in de VS leveren ruime steun op voor militair optreden tegen Irak als men daar iets ontdekt. Maar die steun zakt beduidend (tot ongeveer 40 procent) als een militair offensief niet wordt goedgekeurd door de Verenigde Naties. „Opvallend is verder dat de steun onder Amerikanen van 18 tot 30 jaar voor Bush’ Irak-beleid de laatste weken dramatisch zakt. Dat is de leeftijdsgroep die de militairen voor een offensief levert”, aldus Claudia Deane van het Pew Center.
Ook mensen van middelbare leeftijd worden minder enthousiast over Washingtons opstelling tegenover Bagdad. Alleen de senioren van 55 of ouder blijven hem onverminderd steunen. „Dit betekent dat de president nog het een en ander heeft uit te leggen, als hij brede steun van zijn medeburgers wil voor zijn offensief tegen Bagdad. Medeburgers die volgend jaar weer naar de stembus gaan en zullen beslissen over een nieuwe ambtstermijn voor hem, of niet natuurlijk”, aldus Deane.
De Amerikaanse president heeft overigens niet alleen tegenover zijn eigen landgenoten, maar ook in het buitenland nog het nodige uit te leggen, zo meent Joseph Cirincione, directeur van het Non-Proliferation Project van de Carnegie Stichting. Hij is verantwoordelijk voor het rapport ”Iraq - What Next?” (Irak - Wat is de volgende stap?), dat eerder dit jaar werd gepubliceerd. Een rapport waarin kritische vragen worden gesteld bij het Irak-beleid van Washington.
Cirincione benadrukt dat hij niet per se tegen militair optreden tegen Irak is. „Als Saddam Hussein op het punt zou staan om kernwapens te produceren, dan zou het militair-politieke evenwicht in het Midden-Oosten dramatisch verschoven worden. In dat geval is militair ingrijpen -internationaal militair ingrijpen welteverstaan- gerechtvaardigd. Maar de VN-wapeninspecteurs hebben in de Veiligheidsraad juist gezegd dat er tot nu toe geen aanwijzingen zijn dat Irak bezig is met een -verboden- kernwapenprogramma”, aldus Cirincione.
Chemische en biologische wapens vormen toch ook een bedreiging? „Regionaal zeker, maar die dreiging is niet te vergelijken met kernwapens. Overigens is Irak niet in staat om massaal stoffen aan te maken voor chemische of biologische wapens, zolang de VN-wapeninspecteurs in het land actief zijn. Ik acht het verder hoogst onwaarschijnlijk dat Saddam Hussein dat soort wapens ter beschikking stelt aan terreurgroepen zoals al-Qaida, want dan geeft hij zijn ’kroonjuwelen’ weg en kan hij later ter verantwoording worden geroepen voor acties van groepen die hij niet in de hand heeft”, zo meent Cirincione.
Hij benadrukt overigens dat president Bush met zijn agressieve optreden tegen Irak tot nu toe ten minste één overwinning heeft geboekt. Zonder de dreiging van een Amerikaans offensief zou Bagdad volgens hem nooit hebben ingestemd met de terugkeer van VN-wapeninspecteurs. Hij krijgt hierin steun van een Franse VN-diplomaat in New York, die zegt niet te begrijpen waarom Washington niet in staat is het Irak-beleid zorgvuldiger op te bouwen.
„Als Irak bezig is met verboden wapenprogramma’s, dan komt dat er -vroeg of laat- via de inspecties wel uit. Waarom dan nu zo’n haast maken en daarmee de wereld de indruk geven dat men allang besloten heeft om Irak binnen te vallen, maar alleen nog maar een aanleiding nodig heeft? Het is niet de eerste keer dat de VS internationaal in actie komen zonder steun van de VN, maar in Bosnië en Kosovo werd Washington in ieder geval gesteund door de NAVO-bondgenoten. Nu dreigen belangrijke NAVO-landen als Frankrijk en Duitsland af te haken en de medewerking van Turkije wordt gekocht met 18 miljard dollar aan economische steun”, aldus de Fransman.
Wat is het wérkelijke doel van de Amerikaanse president? „Bush moet daar eerlijk over zijn. Zowel tegenover de Amerikaanse bevolking als tegenover de buitenwereld. Als Washington geen steun krijgt van de VN en als onze belangrijkste bondgenoten niet meedoen, dan keert zich dat op termijn tegen ons. Wij worden dan niet meer beschouwd als een grote macht binnen de volkerengemeenschap, maar als een supermogendheid die denkt de volkerengemeenschap haar wil op te kunnen leggen. Als Bush werkelijk goede redenen heeft om Irak aan te vallen, dan moet hij zijn argumenten of bewijzen voor Iraks boze plannen op tafel te leggen. Zijn vage beweringen en moralistische uitspraken zijn niet voldoende om een operatie te verkopen die zulke ingrijpende gevolgen kan hebben, politiek en economisch, zowel voor de VS als voor Europa en de rest van de wereld”, zo besluit Cirincione.