De marges van de majesteit
Ze was net vijftien geworden, de dag voor de watersnoodramp in Zeeland. Vijftig jaar later is ze als staatshoofd aanwezig bij de nationale herdenking van de stormvloed -zaterdag- op Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland. Ook dan weer spreekt de Koningin met slachtoffers en nabestaanden zoals ze dat pleegt te doen bij dergelijke gebeurtenissen. Daarmee positioneert de kersverse 65-jarige zich in het hart van de natie. Volgens de algemene verwachting denkt Beatrix nog niet aan een rustig pensioen en gaat zij voorlopig door als Koningin der Nederlanden. Ter gelegenheid van de verjaardag van de vorstin polste deze krant oud-premiers over Hare Majesteit.
Koningin Beatrix kwam op 31 januari 1938 ter wereld als Beatrix Wilhelmina Armgard. Haar geboorte was een heuglijk feit. Opnieuw riepen de media dat de dynastie was gered, niet wetend dat er nog drie dochters zouden volgen uit het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard. Het was maandag en het werd feest in heel Nederland. De schoolkinderen kregen vrij terwijl vader Bernhard herstelde van de gevolgen van een auto-ongeluk.
Moeder Juliana wilde voor haar kind een andere opvoeding dan die zij zelf had gekregen. ”Gewoon”, was het motto, dus: Trix. Toch was het moeilijk een prinses die bestemd was voor de troon als gewoon te behandelen. Op zich was een troon al niet gewoon in een eeuw waarin tronen verdwenen. En Beatrix had als kind goed door dat ze geen doorsnee kind was.
Sinds 1813 kent Nederland het erfelijke koningschap ”bij de gratie Gods” zoals die is ingepast in een democratie (regering van het volk). Beatrix was de aangewezen persoon om deze regeringsvorm voort te zetten. Daarom alleen al nam zij een uitzonderingspositie in. Ze werd op haar achttiende lid van de Raad van State en reisde als twintiger de wereld rond toen zoiets beslist niet voor de gewone man was weggelegd. Ongewoon was ook haar verrassende keus voor de Duitser Claus von Amsberg als echtgenoot, met wie ze in 1966 trouwde en een gezin stichtte.
Als Koningin die haar moeder in 1980 opvolgde, voerde ze haar eigen stijl door, eentje die het best te karakteriseren valt als systematisch en gericht op goed bestuur. In plaats van de mensen langs het paleis te laten defileren, zoals Juliana op haar verjaardag deed, trok Beatrix naar het volk toe. Ook andere gebruiken ondergingen een verandering, zoals de traditionele kerstviering. De Koningin en haar familie schenken niet meer zelf de chocolademelk in. Er wordt een cateraar ingehuurd zodat de Koningin zelf met haar gasten kan praten.
Dat koningin Beatrix een noeste werker is, mag iedereen inmiddels wel duidelijk zijn. Voor een 65-jarige werkt ze zelfs ongewoon hard - zeker in een tijd waarin veel mensen op hun 50e al aan pensioen of vervroegde uittreding beginnen te denken.
Samen met de ministers vormt koningin Beatrix de regering. In de Grondwet ligt verankert dat voor alles wat de koning of koningin doet, niet hij of zij zelf verantwoordelijk is, maar zijn of haar ministers. Die kunnen op hun beurt weer ter verantwoording worden geroepen door het parlement. In die zin is ook koningin Beatrix onschendbaar. Politiek commentator bij Trouw Willem Breedveld wijst erop dat die onschendbaarheid een samenspel veronderstelt waarbij staatshoofd en ministers zich wederzijds inzetten voor de vertrouwensbasis binnen de Kroon. „De kunst is zo met die onschendbaarheid om te gaan dat de koning ook zelf een eigen en herkenbare invulling aan het koningschap kan geven.”
Hoe ging dat nu in de praktijk onder koningin Beatrix, sinds zij regeerde met achtereenvolgens de oud-premiers Van Agt (1980-1982), Lubbers (1982-1994) en Kok (1994-2002)? „Heel goed. Ze overlegt intensief met de minister-president”, zegt voormalig premier Kok. „Je spreekt met elkaar, uiteraard met inachtneming van de onderscheiden verantwoordelijkheden. In het besef dat in ons staatkundig bestel de minister-president politiek verantwoordelijk is voor het Koninklijk Huis en dus ook voor de Koningin. Maar dat doet aan de grote waarde en betekenis van het overleg niets af.”
In de tijd dat Kok minister-president was, zijn er „best wel eens moeilijke momenten” geweest met betrekking tot situaties of netelige kwesties waar oplossingen voor moesten worden bedacht - „en zeker niet alleen die rond het huwelijk van prins Willem-Alexander en prinses Máxima.” Dat betrof soms onderwerpen die gevoelig lagen, ook in de samenleving. Desalniettemin was er in de samenwerking tussen de Koningin en de premier „altijd veel wederzijds begrip en respect voor elkaars positie. De inzet was daarbij steeds samen een lijn te bepalen die zowel de Koningin als de minister-president kon dragen.”
In de beslotenheid van Paleis Huis ten Bosch in Den Haag komt er uiteraard van alles ter sprake, ook dingen die strikt vertrouwelijk zijn. Kok: „Er ontstaat dan een band, gek genoeg! Je houdt afstand van elkaar (zij als staatshoofd, ik als minister-president), maar vanuit die afstand is er toch de verbondenheid omdat je weet hebt van de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om het landsbelang te dienen.”
Koningin Beatrix is een vrouw met een uitgesproken en stevig gefundeerde mening. Volgens ex-premier Kok staat de Koningin een vruchtbare dialoog met anderen nooit in de weg. Op discrete wijze raadpleegt zij belangrijke personen. Ze is actief betrokken bij het sociale, economische en culturele leven van Nederland, bezoekt veelvuldig provincies, gemeenten, bedrijven en instellingen. Ook stelt ze zich tijdens werkbezoeken op de hoogte van ontwikkelingen in de maatschappij. Of ze woont onaangekondigd een lezing bij over iets wat haar interesseert. Ze heeft contact met de vice-president van de Raad van State, waarvan zij zelf voorzitter is, met kamerleden en vele anderen in de samenleving.
Ook bij de totstandkoming van kabinetten speelt ze een belangrijke rol. Op Prinsjesdag spreekt zij de troonrede uit en bij belangrijke gebeurtenissen is zij aanwezig - openingsbijeenkomsten, vieringen, herdenkingen, rampen, werkbezoeken en staatsbezoeken. Op die manier geeft ze inhoud aan de drie rechten van de monarch: het recht om te worden geraadpleegd, het recht om te waarschuwen en het recht om aan te sporen. Onder premier Lubbers is zij steeds meer tot het inzicht gekomen dat zij duidelijk het hart van de natie dient te zijn, uiteraard met inachtneming van haar constitutionele missie. Het zal duidelijk zijn dat vooral de zogenoemde ministeriële verantwoordelijkheid een blokkade kan opwerpen voor de spontaniteit die nodig is om werkelijk ”hart van de natie” te zijn.
Koningin zijn is geen gemakkelijke taak, erkent ex-premier Kok. „Voor mijn aantreden als premier in 1994 was ik dan wel vice-premier, maar pas als minister-president heb ik ervaren hoeveel tijd en aandacht de vele en diverse contacten met het Koninklijk Huis van je vragen. Ik wist niet hoe bewerkelijk het was, hoeveel energie het vraagt, maar ook niet hoeveel voldoening het geeft.”
Nadat D66 in 2000 een drastische modernisering van het koningschap had voorgesteld, verscheen er onder regie van premier Kok als bijlage bij de begroting van het ministerie van Algemene Zaken 2001 een beschouwing over het koningschap. De notitie beoogde de inhoud en vormgeving van de ministeriële verantwoordelijkheid voor de Koning(in) en andere leden van het Koninklijk Huis zorgvuldig te definiëren. Voor alles moesten „dramatische schokken” worden voorkomen.
Kok: „We mogen trots zijn op de wijze waarop de monarchie functioneert, maar de monarchie vraagt wel onderhoud, opdat zij gedijt en telkens weer draagvlak krijgt. Bedenk dat de Koningin in een glazen huis woont. Het is niet gemakkelijk in een glazen huis te wonen, zeker met een kritische maatschappij en een kritische pers. De Koningin ziet wel in dat je voldoende met de tijd moet meegaan. Ik benadruk het woord voldoende omdat ik het riskant vind steeds met alle trends en modes mee te gaan. Ik ben niet zo volgzaam als het gaat om de mode die de tijd voorschrijft. Er zijn grenzen en binnen die grenzen is speelruimte voor aanpassingen. Al zijn er ogenschijnlijk slechts geringe moderniseringen in de monarchie doorgevoerd, ze zijn er wel degelijk gekomen. De monarchie van nu functioneert anders dan in de jaren vijftig en zestig.”
Oud-premier Van Agt werkte twee jaar samen met koningin Beatrix (1980-1982). Voor hem kwam de samenwerking tussen premier en staatshoofd niet als een nieuwe ervaring uit de lucht vallen. „Ik kwam niet zoals bijvoorbeeld Jan Peter Balkenende tevoorschijn uit het niets om aanstonds premier te worden, maar ik was al zes jaar minister geweest en daarvan zelfs vier jaar vice-premier. Bij tijd en wijle was ik plaatsvervangend premier. Dat kwam niet vaak voor, maar in ieder geval had ik al heel wat met, toen nog, koningin Juliana te maken gehad.”
Van Agt waardeert de persoonlijke tint die zowel koningin Juliana als haar dochter aan de samenwerking met een premier gaf. „Ik herinner me een mooi voorval. Ik was besteld door het kabinet der Koningin om op een vrijdagmiddag bij koningin Juliana te verschijnen op Paleis Soestdijk. Dat was keurig afgesproken met mijn secretaresse. Zij had verzekerd gezegd dat ik beschikbaar was, want die vrijdag zou er bij wijze van uitzondering geen ministerraad zijn.
Maar er was geen ministerraad omdat ik die vrijdag op bevel van mijn vrouw had vrijgehouden teneinde naar de eindexamenceremonie van mijn jongste dochter te kunnen gaan. Dat had ze mij eenvoudig bevolen en gelast, wat er ook in Den Haag aan de hand mocht zijn. Ik had dus weer lichtzinnig en ondoordacht die vrijgemaakte vrijdagmiddag prijsgegeven voor een ander doel, niet voor de ministerraad, maar wel voor een bezoek aan de Koningin. Ik kreeg geweldig op mijn kop van mijn vrouw dat ik deze dommigheid had begaan en moest nederig opbellen naar de Koningin of ik misschien de volgende dag zou mogen komen. Dat was geen probleem, maar dat niet alleen: toen ik zaterdagmorgen een beetje bedremmeld ten paleize verscheen, stond ik meteen klaar om de Koningin te feliciteren met de geboorte van weer een kleinkind, enkele uren eerder. Maar zij was me warempel voor en zei: Is uw dochter geslaagd, hoe is het gegaan, was ze nerveus en hebben jullie een leuk feest gehad? Kijk, dat is natuurlijk fantastisch en dan denk je: Wat bent u toch een lieve dame.”
Er waren natuurlijk ook momenten dat de vorstinnen geen lieve dames waren, hoe ging u daarmee om?
„Moeder noch dochter is ooit op een onaardige manier tegen mij opgetreden, maar er waren inderdaad wel eens problemen. Dan zaten we samen in de zorg hoe die op te lossen. Ik kan alleen maar zeggen dat ik ook ten aanzien van de kwesties die wel eens gerezen zijn altijd heel fijn en in wederzijds begrip met de twee koninginnen heb kunnen samenwerken.”
Hoe zou u de monarchie van koningin Beatrix willen typeren?
„Ik heb zowel koningin Juliana als koningin Beatrix meegemaakt en kan een zekere vergelijking maken. Nu moet ik wel zeggen dat ik koningin Juliana meemaakte in de laatste fase van haar regeerperiode, toen ze al wat oud en moe begon te worden, terwijl ik Beatrix kreeg als nieuwe koningin, die nog bruisend was van energie, vol vitaliteit. In zoverre is de vergelijking altijd een beetje onzuiver. Maar dat dan gezegd zijnde: Wat mij meteen trof bij die jonge en nieuwe Koningin was hoe systematisch, perfectionistisch zij werkte, de zaken tot in de puntjes op orde hebbend, hoe zij ook alles wilde weten, mij vaak bevroeg tot in detail en in de diepte. Ik had soms het gevoel te worden geëxamineerd. Ze maakte ook steeds aantekeningen van de gesprekken. Het kwam wel eens voor dat wij spraken over een bepaald onderwerp en dat ik dan van de Koningin te horen kreeg: U zegt nu dit en dat en dat zal dan wel zo zijn, maar vier, vijf maanden geleden op die en die dag heeft u iets anders gezegd. Dan werden de bladzijden teruggeslagen en klopte mijn verhaal inderdaad niet helemaal en dan zit je daar als het ware schaakmat.”
Kon ze daarmee omgaan?
„Ja, ach, ze moest er wel eens om lachen. In het puzzelen met de finesses zit ook een ludiek element.”
Welke nieuwe elementen heeft koningin Beatrix aan onze monarchie toegevoegd?
„Weinig, want de bevoegdheden van de monarchie zijn zeer strikt omlijnd in de Grondwet. De staatsrechtelijke positie van de monarch is nogal benard en is toch in overwegende mate ceremonieel. Natuurlijk brengt wel elke persoonlijkheid een eigen stijl mee.”
vraag (u14(Zit er rek in de grenzen van die positie?
„Er valt niet zo veel aan te tornen. Aan de ene kant is er de sterk overwegende positie van ministers en parlement tegenover de constitutioneel gesproken beperkte positie van het staatshoofd, maar er bevindt zich een werkelijkheid daarnaast en dat is: in hoeverre en hoe vaak kan de Koningin door de kracht van haar intelligentie en door haar volharding, door de wijze waarop ze de ministers en met name de minister-president, met wie er geregeld contact bestaat, overtuigen of tot gewijzigde inzichten brengen? Daar zit uiteraard een marge in, daar kunnen wel verschillen optreden en in die marge was de jonge vorstin stellig virulenter bezig dan haar moeder, maar dat relateer ik niet alleen aan het karakterverschil maar ook aan de leeftijd.”
Hoe ziet u koningin Beatrix als mens, als Koningin?
„Wat mij aan koningin Beatrix altijd is opgevallen en blijft treffen, is haar open houding, haar hoge intelligentie en leergierigheid. Ze is ontvankelijk voor impressies, altijd bezig dingen tot zich te nemen, in te zuigen, te leren, ze weet wat ze wil, ze heeft hechte overtuigingen, maar ze is ook altijd bereid om te luisteren. Ik vind haar zeker niet koppig of eigenwijs.”
In hoeverre mag de Koningin richting geven aan een discussie over waarden en normen?
„Ook maar weer in beperkte mate. Zo nu en dan treedt zij echter toch als gids op en dat is heel duidelijk bij de kerstredes het geval. Ze kan dat een enkele maal ook gedurende het jaar door wel doen, maar ze moet toch altijd weer oppassen niet door sommigen ervan te worden beticht dat ze de zedenmeesteres van het land zou willen zijn.”
Destijds trad de Belgische koning Boudewijn een dag af omdat hij de verantwoordelijkheid voor de ondertekening van de abortuswet voor zijn geweten niet kon verantwoorden. Had koningin Beatrix dat ook niet eens kunnen doen?
„Dat had ze kunnen doen. Ik onderschrijf die impliciete kritiek echter niet, met alle achting voor koning Boudewijn, die een zeer nobel mens is geweest. Het is natuurlijk alleen maar een symbolische daad, waarvan vooraf vaststaat dat ze in het werkelijke leven geen enkele verandering zou kunnen brengen. Want na die ene dag kwam de koning terug en de door hem verfoeide wet was er, dus het was puur een symbolisch gebaar. Nu, over wat dat waard is, kun je verschillend oordelen, maar in ieder geval kun je het maar één keer doen. En ja, er zijn misschien in uw achterban wel mensen die vinden dat onze Koningin zoiets zou moeten doen bij de totstandkoming van een vrijere abortuswet en een liberalere euthanasiewetgeving of bij de opheffing van het bordeelverbod, maar daar is geen beginnen aan. Die kritiek vind ik ongerechtvaardigd. Die komt ook voort uit een tekort aan staatsrechtelijk inzicht. Mensen weten vaak niet hoe de vork in de steel zit. Ze overschatten meestal de werkelijke positie van de Koningin in ons bestel sinds 1848.”
De Koningin wordt vandaag 65, hoe zit dat met u?
„Haha, op 2 februari word ik 72.”
Wat voor gevoel gaf het u toen u 65 werd?
„Geen. Een paar maanden voor ik 65 werd heb ik de dienst verlaten van de Europese Commissie, wetend dat ik volgens de reglementen dat korte tijd later toch zou moeten doen. Ik vertrok iets eerder opdat ik nog in datzelfde jaar zou kunnen beginnen als gasthoogleraar in Kyoto in Japan. Ik heb uitstekende herinneringen aan die wending van mijn bestaan.”
U ging niet op uw lauweren rusten. Wat verwacht u in dat opzicht van de Koningin?
„Ze heeft het karakter, de kracht en het plichtbesef om nog langer door te gaan. En dat is ook heel goed.”