„Eerlijk bezig zijn” in Gods koninkrijk
Een jubileumdienst? „Nee, we noemen het een herdenkingsdienst. Er is niet zo veel te jubelen.” Deze week is ds. P. Blok vijftig jaar predikant. Donderdag wordt er in Dirksland een herdenkingsdienst gehouden. „Het is een wonder dat de Heere me nog niet moe is.”
De emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten woont sinds enkele jaren weer in Dirksland, de plaats waar zijn broer, wijlen ds. M. Blok, hem in 1959 bevestigde als predikant.De Flakeese klei trok. Vruchtbare grond. Een smalle grondstrook, hoogstens enkele vierkante meters, pal naast de seniorenwoning, is omgevormd tot groentetuin. Sperziebonen, enkele kroppen sla, verderop een rijtje bietjes.
De emeritus predikant –hij houdt wel van een beetje tuinieren– is tevreden met zijn plekje. „We zitten hier netjes, toch?”
Dat er een interview met hem gehouden moet worden, verbaast hem. „Alles staat toch al in eerdere artikelen en uitgaven? De mensen weten inmiddels wel dat we niet kerkelijk zijn opgebracht.”
Ds. Blok staat op en loopt naar de boekenkast. „Hier, neem dit maar mee, daar kun je veel details in lezen. Heb je verder nog vragen?”
„Hoe ik dat vind, al die verhalen over mij in boeken? Ach, ik ben er niet altijd direct voor. De mens komt snel op de voorgrond.” Bedachtzaam: „Soms denk ik wel eens dat er over ons geschreven wordt omdat we uit de wereld komen. Zoiets willen de mensen wel lezen.”
Herdenken is terugkijken. Dat is wel eens pijnlijk, ervaart de predikant. „Je wordt langzaam een eenzaam mens. De predikanten met wie ik heb gestudeerd, zijn overleden. Gods volk met wie ik omging, is ingezameld.”
Preken doet de vitale 89-jarige predikant nog wel. „Iedere zondag twee keer. Vaak hier in de omgeving: Melissant, Herkingen, Nieuwe-Tonge, Middelharnis en ook wel eens in Dirksland. Die gemeenten denken dat ik hun dominee ben.
Nee, ik pak geen preken uit de oude doos. Natuurlijk gebruik je wel de gegevens die je in het verleden verzameld hebt, maar elke zondag is weer nieuw.”
Hij kijkt naar z’n computer. „Daar staat alles in. Al m’n preekschetsen en preekbeurten. Ik was een van de eersten met een computer.” De apparatuur zou in een modern kantoorpand niet misstaan. Een fors flatscreen, een draadloze muis. Verder een scanner. „Ik voelde dat we daar niet omheen konden. Ik probeer nu bij te blijven. Dat gaat goed.”
Studeren en schrijven, „eerlijk bezig zijn in Gods koninkrijk”, dat doet de predikant graag. Hij heeft zichzelf verplicht om iedere dag minimaal anderhalf uur te schrijven. Hij wijst: „Die boekenkast is gevuld met eigen werk.” De predikant schreef meer dan 36 boeken.
Hij zwijgt; trekt zijn hand terug. „Ach, het is allemaal zo betrekkelijk.”
Kromzwaard
Ds. Blok nam een grote plaats in binnen de Gereformeerde Gemeenten. Hij had zitting in vele deputaatschappen en commissies. „Er waren weinig predikanten, ik was altijd aan de beurt”, legt de emeritus predikant uit. Een hekel had hij er niet aan. „Ook vergaderen is een taak van de kerk. Alles moet met orde geschieden.”
Het curatorium –ds. Blok was van 1968 tot 1992 curator– ziet hij als de belangrijkste taak die hem was „toebetrouwd.” „Het was geen geringe zaak.”
Ook de zending had zijn hart. Papoea, Nigeria, overal is ds. Blok geweest. De predikant wijst op enkele fotootjes aan de wand. „Daar zie je me staan tussen de eerstelingen in het Izigebied. Later ontmoette ik hen opnieuw op een zendingsdag. Dat gaf bijzondere blijdschap.”
Souvenirs, die gingen mee terug naar Nederland. Het is onmogelijk ze over het hoofd te zien. In de hal staat een kort kromzwaard. Ernaast een antiek pistool met fors kaliber. In de studeerkamer nog een pistool.
Een strijdbare persoonlijkheid? „Ach, ik verzamel zo wat. Dat zwaard heb ik uit Izi meegenomen. Het wordt er gebruikt door ruiters op kleine paardjes.”
Op het bureau in de studeerkamer ligt een dikke ordner. „Hier zit veel werk in. Vijftien jaar lang iedere maand twee dagen.” Hij bladert wat. „Het is een lijst van alle woorden die voorkomen in de kanttekeningen bij de Statenbijbel.”
Ds. Blok, sinds 1989 voorzitter van de Gereformeerde Bijbelstichting: „We hebben ze als commissie van de GBS op een rij gezet. Als het nodig was, plaatsten we er een verklaring bij. Deze woorden staan allemaal nog in de Van Dale en worden dus niet vervangen.”
„Wat aanbassen betekent?” Hij verheft zijn stem. „Met kracht iets zeggen.”
„Moeilijk? Als mensen dat niet weten, moeten ze Nederlands gaan leren. Het is onze taal, het staat gewoon in het woordenboek.”
Volkomen
Herdenken is ook vooruitkijken. Er komt een confrontatie met de dood en daarna? Het blijft even stil. „Ja, er is een zeker hopen.”
Een zeker weten ook? „Er is een verschil tussen een geloofsweten en een verstandsweten. Gelukkig zijn er ogenblikken dat ik weet niet met een misschientje naar de eeuwigheid te gaan.”
„Ik moet de laatste tijd vaak denken aan wat we kunnen lezen in Johannes 17: „Ik heb voleindigd het werk dat Gij Mij gegeven hebt om te doen.” Alleen op grond daarvan is ons gebrekkig werk volkomen.”