Dat zegt de Tilburgse hoogleraar onderwijsrecht mr. P. Zoontjens. Hij is adviseur van het Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) in Amsterdam, dat in een conflict is verwikkeld met een leerlinge. De moslimleerlinge draagt sinds oktober een gezichtssluier. Die bedekt vrijwel haar gehele gezicht. De school heeft daar bezwaren tegen en hanteert vanaf deze week een verbod.

Begin deze week verscheen de leerlinge toch op school. De school vermoedt dat ze dat deed op advies van de advocaat van haar familie. Ze werd de toegang geweigerd. De school zal nu volgens een woordvoerder van het ROC in kort geding voor de rechter worden gedaagd. Er zijn nog twee andere meisjes die weigeren hun sluier af te leggen, maar die zijn uit eigen beweging weggebleven.

Prof. Zoontjens zegt signalen te krijgen dat de gezichtssluier steeds populairder wordt onder moslimscholieren. „Eerst was het het hoofddoekje. Nu rukt de sluier op. Meisjes willen er hun islamitische identiteit mee uitdrukken. Dat verschijnsel heeft te maken met bewustwording onder moslimjongeren. Een school heeft het recht zich tegen die ontwikkeling te verzetten.”

Gesluierde leerlingen kunnen volgens Zoontjens de pedagogische doelstelling van een school in de weg staan. „In een collegezaal speelt dat niet. Daar is vooral sprake van éénrichtingsverkeer. Maar op een school als dit ROC wordt in kleine groepen gewerkt en speelt de onderlinge communicatie een belangrijke rol. De gezichtssluier belemmert het realiseren van die doelstelling.”

Eerder gaf de Commissie Gelijke Behandeling aan dat een school de sluier niet mag verbieden. Daarbij wees de commissie erop dat leraren verdeeld zijn over de kwestie. Zoontjens zegt dat die situatie is veranderd. Op het Amsterdamse ROC staan volgens hem juist „heel veel leraren” achter het sluierverbod. „Bovendien ging het in de zaak die voor de Commissie Gelijke Behandeling speelde, om één leerlinge. Nu gaat het om drie leerlingen en dat zullen er alleen maar meer worden als de school niet ingrijpt.”

Een woordvoerder van de commissie wijst erop dat scholen niet hoeven af te wachten tot ze worden aangeklaagd. „Ze kunnen hun beleid zelf door de commissie laten toetsen. Dat willen we graag aanmoedigen. Dan ontstaat er vanzelf duidelijkheid.”