Met zijn wet wil CDA-Kamerlid Van Heugten iets doen aan problemen die boeren krijgen door stedelingen die op het platteland gaan wonen.De problemen ontstaan als boeren hun bedrijf verkopen, maar hun woning niet. Zo’n huis heeft de status van agrarische bedrijfswoning, waarvoor minder milieueisen gelden dan voor burgerwoningen.

Een burger mag zo’n huis wel kopen, maar mag er niet in wonen. Dat maakt de huizen –het gaat om ongeveer 5000 woningen– praktisch onverkoopbaar.

Wijziging van de status van agrarische bedrijfswoning naar burgerwoning is mogelijk, maar zadelt boeren in de omgeving mogelijk met problemen op. De omgeving van het huis mag dan niet meer zo lawaaiig zijn en het mag er niet te veel stinken. Bovendien bestoken veel nieuwe bewoners uit de stad hun agrarische buren met klachten over hun bedrijfsvoering.

Van Heugten wil de problemen ondervangen door de status ”plattelandswoning” in te voeren. Als een boer zijn huis verkoopt aan een burger, blijven dezelfde lage milieueisen gelden als voor een agrarische bedrijfswoning.

Het wetsvoorstel gaat alleen over bestaande agrarische bedrijfswoningen op het platteland en niet over bedrijfswoningen op industrieterreinen of nieuwbouw in voormalig agrarisch gebied.