Opinie

Grondwet heeft een eigen identiteit nodig

Een staatscommissie gaat de regering adviseren over de modernisering en toegankelijkheid van de Grondwet. Gert Schutte ziet liever geen preambule bij de Grondwet dan een die de verkeerde kant op wijst.

Schutte G.J.
12 August 2009 08:24Gewijzigd op 14 November 2020 08:26
„Er valt veel te zeggen voor een preambule. De meningen lopen uiteen als de inhoud aan bod komt.” Foto Michael Thurm
„Er valt veel te zeggen voor een preambule. De meningen lopen uiteen als de inhoud aan bod komt.” Foto Michael Thurm

Een van de vragen die zijn voorgelegd aan de staatscommissie voor de herziening van de Grondwet is of de Grondwet zou moeten worden voorzien van een preambule. Het zou dan moeten gaan om een formulering die voorafgaat aan de eigenlijke tekst van de Grondwet. Daarin zou dan bijvoorbeeld gewezen kunnen worden op de historische identiteit en de dragende waarden.Het gaat hierbij om een oude wens van de kleine christelijke partijen. Bij de kabinetsformatie was het dan ook vooral de ChristenUnie die ervoor zorgde dat een afspraak hierover in het coalitieakkoord terechtkwam. Waarom eigenlijk?

De kern van de zaak is dat in onze Grondwet, anders dan in die van veel andere landen, weinig te bespeuren valt van een specifiek Nederlandse identiteit. De hoofdlijnen van ons staatsbestel zijn er in geregeld, evenals de belangrijkste rechten van de burgers. Maar de band met de Nederlandse historie is alleen voor kenners te bespeuren. In een tijd waarin onze samenleving verandert en de roep om een eigen identiteit gehoord wordt zou het goed zijn als de Grondwet de dragende waarden zou aanduiden. Dat zou ook enige richting kunnen geven aan de discussie.

Een vraag hierbij is of het goed is dat de Grondwet zich niet uitlaat over de vraag waar de oorsprong ligt van de Nederlandse soevereiniteit: simpel gezegd bij God of bij het volk.

Het is niet voor het eerst dat dit soort vragen onder ogen wordt gezien. Drie jaar geleden verscheen er een rapport van een andere commissie, de Nationale Conventie, waarin een discussie over dit onderwerp werd bepleit en voorstellen werden gedaan voor een mogelijke inhoud. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft een voorstudie laten verschijnen waarin preambules in de constituties van een groot aantal landen worden vergeleken. Hieruit blijkt wel dat er veel te zeggen valt voor een preambule. De meningen lopen echter uiteen zodra de inhoud ervan aan de orde komt.

In het rapport van de Nationale Conventie heeft het CU-Eerste Kamerlid Roel Kuiper een tekstvoorstel met een aansprekende inhoud gedaan. Er wordt verbondenheid uitgesproken met het huis van Oranje-Nassau en dankbaarheid voor de vrijheden die zijn verworven in de strijd tegen tirannie en onderdrukking. Verder is er sprake van besef van verantwoordelijkheid jegens God en mensen om deze vrijheden te gebruiken en te delen voor een rechtvaardige samenleving. Maar het geeft te denken dat in hetzelfde rapport andere leden heel andere teksten voorstellen.

Het zal voor de staatscommissie dus nog lastig worden te komen met een voorstel dat echt iets toevoegt aan de Grondwet en op voldoende steun kan rekenen. Mocht dat niet gelukken, dan geldt het adagium: beter geen preambule dan één die in de verkeerde richting wijst.

De auteur is oud-Kamerlid voor het GPV. Dit is het laatste deel in een serie van drie artikelen over de Grondwet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer