Kuipers verblijft momenteel in Duitsland, waar hij aan werk is bij het Columbus Control Centre van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA in München. Zes vragen aan Kuipers.1. Wat ging er door u heen toen u het hoorde?
„Opluchting. Het speelde al lange tijd, maar het was allerminst zeker dat ik aangewezen zou worden voor de vlucht in 2011. En de volgende vlucht voor een ESA–astronaut is op dit moment pas in 2015 en dat was voor mij hoogstwaarschijnlijk te laat geweest".

2. In 2004 maakte u een elfdaagse trip naar het ruimtestation. Wat is u daarvan het meest bijgebleven?
„De aanblik van de aarde. Een prachtige, kwetsbare blauwe bol in het dreigende zwarte niets".

3. Dit keer gaat u een halfjaar, een veel langere periode. Hoe reageerde het thuisfront?
„Die wisten vanaf mijn eerste vlucht al dat ik graag weer terug wilde. En ik heb de laatste jaren ook volledig meegetraind als reserve van de huidige bemanning, dus voor hetzelfde geld was ik nu een half jaar weggeweest. De trainingsperiode is eigenlijk zwaarder. Het betekent weer jaren naar Houston, Moskou, Tokyo, Keulen en Montreal reizen en af en toe een weekend bij mijn gezin zijn. De keerzijde van de medaille".

4. Wat wordt straks uw taak in het ruimtestation?
„Precies is dat nog niet te zeggen. Het is over twee jaar en het wetenschappelijke programma moet er nog komen. Maar ik zal mij bezighouden met experimenten, onderhoud en reparaties in het Europese Columbuslaboratorium, maar ook in het Japanse en Amerikaanse laboratorium en in het Russische deel. Verder zal ik werken met de robotarm en ben ik weer de copiloot van het Russische Sojoezruimteschip voor de heen en terugreis".

5. Wat heeft u in 2004 niet gedaan, wat u straks wel hoopt te doen?
„Ik word volledig getraind voor het maken van ruimtewandelingen. Hopelijk zit zo’n wandeling ook daadwerkelijk in het vluchtprogramma. Ook het werken met een van de robotarmen is een boeiend vooruitzicht".

6. Minister Van der Hoeven zei dat de keuze voor een Nederlandse astronaut nog eens de vooraanstaande positie bevestigt die Nederland inneemt op het gebied van ruimtevaart. Wat houdt die vooraanstaande positie volgens u in?
„Nederland heeft een prima ruimtevaartindustrie en doet uitstekend onderzoek op allerlei astronomisch en technisch gebied. Ons land moet het hebben van wetenschap en techniek. Een ruimtevlucht met een Nederlander is ook weer een extra stimulans om de jeugd in de juiste studierichtingen te krijgen om zo onze vooraanstaande positie in de wereld te handhaven".