De profeet vermaant hier de inwoners van het land gerechtigheid en zachtmoedigheid te zoeken. Hij doet dat met de belofte dat zij dan zouden verborgen worden in de dag van de toorn des Heeren. Zo geldt deze vermaning en plichtsbetrachting ook in onze dagen, om langs die weg verborgen te mogen worden in de dag van de toorn des Heeren.Israël werd in die tijd immers bedreigd met Gods toorn en oordelen. De dag van de wraak van God was aanstaande. Wij beleven helaas nu ook een tijd waarin het rondom zeer duister uitziet. Boden van de dood worden gehoord. Het onweer van Gods grimmigheid dreigt van alle kanten de laatste slag te zullen doen, zo het niet door een spoedige bekering wordt voorkomen. De Heere roept ons: „Hoort de roede en Wie ze besteld heeft” (Micha 6).

De dag van de Heere is niet alleen nabij, hij is er reeds. Het besluit van God begint al te baren, terwijl er weinigen zijn die erop letten. Eenieder moet dat toch wel toestemmen als hij nog ogen in zijn hoofd heeft om te zien en een hart in het binnenste om op te merken.

Joachimus Mobachius, predikant te Nijkerk
(”Christelijke zedenkunde”, 1741)